Terbeschikkingstelling business seats aan zakenrelaties valt niet onder BUA

Terbeschikkingstelling business seats aan zakenrelaties valt niet onder BUA

Op 10 november 2016 is een uitspraak gepubliceerd van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) inzake business seats in een voetbalstadion. X stelt business seats ter beschikking aan zakenrelaties en aan personeel. Het gerechtshof heeft geoordeeld dat de inspecteur met betrekking tot het ter beschikking stellen van de zitplaatsen aan zakenrelaties niet heeft bewezen dat als aan hen btw in rekening zou zijn gebracht, deze btw bij hen niet of hoofdzakelijk niet voor aftrek in aanmerking zou komen. De door X betaalde btw voor de huur van de zitplaatsen valt dan ook niet onder het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (het BUA). De door X betaalde btw voor de huur van de business seats is daarmee in zoverre aftrekbaar.

Met betrekking tot het ter beschikking stellen van de zitplaatsen aan het personeel oordeelt het gerechtshof dat de modale consument dit gebruik opvat als het geven van gelegenheid van ontspanning of dienende voor andere persoonlijke doeleinden van het personeel. Bij het aan het personeel gelegenheid geven om de business seats te gebruiken is, bezien vanuit de gemiddelde consument, het persoonlijke belang van het personeel overheersend en niet het zakelijke belang. De btw voor de huur van de door het personeel gebruikte zitplaatsen valt wel onder het BUA en hiervoor bestaat geen recht op aftrek. 

Publicatiedatum: 27 december 2016


Deel dit nieuwsbericht