2%-tarief overdrachtsbelasting van toepassing op verkrijging complex met klooster

Op 19 oktober 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld dat het complex, bestaande uit drie hofhuizen, een liefdesgesticht en een klooster met kapel ten tijde van de verkrijging kan worden aangemerkt als woning, waardoor op de verkrijging van het complex het 2%-tarief overdrachtsbelasting van toepassing is.

Feiten
X bv verkrijgt op 19 augustus 2013 de eigendom van een complex bestaande uit drie hofhuizen, een liefdesgesticht en een klooster met kapel, die zijn gebruikt voor (studenten)huisvesting, maar op het moment van de eigendomsoverdracht niet meer zijn bewoond. Het complex is aangewezen als monument en voor het gehele complex geldt volgens het bestemmingsplan de bestemming ‘wonen’. X bv heeft het complex gekocht met het doel het te verbouwen tot hotel.

Oordeel gerechtshof
Het gerechtshof is, met Rechtbank Zeeland-West-Brabant, van oordeel dat het complex ten tijde van de verkrijging kan worden aangemerkt als woning. Naar het oordeel van het gerechtshof is het complex in bouwkundige zin bestemd om te wonen en feitelijk heeft het complex ook steeds als woning gediend. Daarmee is het complex naar zijn aard bestemd voor bewoning. Dat het complex geruime tijd (gedeeltelijk) leeg staat, dat sprake is van verval en dat in bepaalde ruimtes bepaalde voorzieningen om te wonen ontbreken, maakt dit niet anders. Ook is niet van belang wat de toekomstige bestemming is. Het 2%-tarief overdrachtsbelasting is van toepassing.

Publicatiedatum: 22 november 2016