A-G ziet in de iPad een computer en geen communicatiemiddel

Uit een op 17 april 2015 gepubliceerde conclusie van Advocaat-Generaal (A-G) Niessen blijkt dat hij van mening is dat een iPad in het regime tot en met 2014 moet worden aangemerkt als een computer en niet als een communicatiemiddel. Dit zou betekenen dat voor een onbelaste ter beschikking stelling of vergoeding vereist is dat de iPad voor minstens 90% zakelijk wordt gebruikt. Voor een communicatiemiddel gold een zakelijk gebruik van minstens 10%. Deze conclusie wijkt af van de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam waartegen cassatie was aangetekend.

Volgens de A-G kwalificeren (in ieder geval) telefoneren en sms’en als communiceren, maar kunnen naar het huidige spraakgebruik ook e-mailen, (whats)appen en het versturen van berichten via social media onder de noemer communicatie worden gebracht. De iPad beschikt over functies waarmee kan worden gecommuniceerd, maar heeft ook een aantal functies die traditioneel bezien bedoeld zijn om met een computer te worden uitgevoerd (bijv. programma’s voor foto- en videobewerking, gamen, het maken en geven van presentaties, tekstverwerken, etc.).

Volgens de A-G volgt uit de veelzijdigheid van functies waarover de iPad beschikt, geenszins dat de iPad hoofdzakelijk gericht is op dan wel bedoeld is voor communicatie. Voor deze opvatting is volgens de A-G steun te vinden in verschillende onderzoeken naar het gebruik van tablets, waaruit (onder meer) blijkt dat tablets in het dagelijks gebruik slechts in beperkte mate als communicatiemiddel worden gebruikt.

Het is nu afwachten wat de Hoge Raad vindt. Deze conclusie van de A-G dient daarbij als advies. Volledigheidshalve merken wij op dat vanaf 1 januari 2015 onder de werkkostenregeling o.a. een gerichte vrijstelling geldt voor ICT-middelen voor zover deze middelen noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden.

Publicatiedatum: 20 april 2015