A-G’s publiceren conclusie over sectoraansluiting payrollbedrijf en verplichte aansluiting bij StiPP

A-G’s publiceren conclusie over sectoraansluiting payrollbedrijf en verplichte aansluiting bij StiPP

Een indeling in een sector binnen het bedrijfs- en beroepsleven bepaalt de hoogte van de premies WW en werkhervattingskas (WGA en ZW). De sectorindeling kan ook een aanwijzing zijn voor de (verplichte) aansluiting bij een pensioenregeling. Gezien het financieel belang van de sectorindeling is het dan ook niet verwonderlijk dat hierover regelmatig wordt geprocedeerd.

Op 19 april 2016 hebben Advocaat-Generaal (A-G) Wattel en A-G Van Peursem hun conclusie gepubliceerd over de sectorindeling van een payrollbedrijf respectievelijk de verplichte aansluiting bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de uitzendbranche.

In de conclusie over de sectorindeling van een payrollbedrijf gaat het geschil met name over de vraag of een allocatiefunctie vereist is voor een uitzendovereenkomst in de zin van artikel 7:690 BW, waarnaar de sectorindelingsregelgeving verwijst. In deze casus neemt het payrollbedrijf zoveel mogelijk bestaande arbeidscontracten van haar opdrachtgevers over. Werknemers die niet door haar maar door de opdrachtgevers worden geworven en waarbij de arbeidsovereenkomsten geen uitzendbeding in de zin van artikel 7:691 BW bevatten. Volgens het payrollbedrijf valt zij als administratiebedrijf onder sector 45 (Zakelijke dienstverlening III) en niet onder sector 52 (Uitzendbedrijven). Volgens Hof Amsterdam is de allocatiefunctie niet vereist voor een uitzendovereenkomst in de zin van artikel 7:690 BW en komt uiteindelijk tot de conclusie dat sector 52 van toepassing is.

A-G Wattel komt tot de conclusie dat geen sprake is van “uitzenden in indelingstechnische zin” als bedoeld in het Besluit indeling uitzendbedrijven, dat aansluit bij het ruime uitzend/allocatiebegrip in de civielrechtelijke discussie. Hierdoor is sector 52 niet van toepassing, maar de sector(en) van haar opdrachtgever(s). De vigerende regelgeving voorziet echter niet in gesplitste aansluiting bij de sectoren van de opdrachtgevers, zodat volgens de A-G moet worden teruggevallen op regel van aansluiting bij de sector waarin de grootste premieplichtige loonsom wordt betaald. Hof Amsterdam heeft niet vastgesteld welke sector dat is en de partijen hebben zich daarover ook niet kunnen uitlaten, zodat de zaak volgens de A-G moet worden verwezen. 

In de andere zaak gaat het om de vraag of een werkgever die medisch specialistisch personeel ter beschikking stelt aan zorginstellingen onder de verplichtstelling bedrijfstakpensioenfonds uitzendbranche  valt wat door Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) wordt gesteld. Ook in deze casus wordt op de vraag wat ‘allocatiefunctie’ betekent, ingegaan. De conclusie van A-G Van Peursem is dat de werkgever verplicht is aangesloten bij StiPP.

Publicatiedatum: 20 april 2016


Deel dit nieuwsbericht