Afroommethode niet van toepassing bij advocaten maatschap

Afroommethode niet van toepassing bij advocaten maatschap

Hof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan, na verwijzing door de Hoge Raad, in een zaak over de vaststelling van het gebruikelijk loon van een advocaat die via zijn bv deelnam in een maatschap. Het hof heeft beslist dat de zogeheten afroommethode voor de bepaling van het gebruikelijk loon niet kan worden toegepast. De afroommethode houdt in dat het gebruikelijk loon van een directeur-groot aandeelhouder (dga) wordt berekend op basis van de opbrengsten van zijn bv verminderd met de aan die opbrengsten toe te rekenen kosten (exclusief het loon van de dga), lasten en afschrijvingen. Volgens vaste jurisprudentie kan de afroommethode alleen worden toegepast als de opbrengsten van de bv (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de arbeid die de dga als werknemer in zijn bv verricht. In deze zaak bestond de opbrengst van de bv uit een aandeel in het resultaat van de maatschap.

Het hof was ook van mening dat de minimumregeling, die bepaalt dat het loon van de dga niet lager mag zijn dat dat van de meest verdienende werknemer (zonder aandelen) in de bv of daarmee verbonden vennootschap, toepassing mist. Onder meer was niet komen vast te staan dat sprake is van een verbonden vennootschap.

Het hof kwam uiteindelijk tot de conclusie dat het gebruikelijk loon moet worden vastgesteld op basis van het loon van een bij de maatschap werkende medewerker / advocaat. Op dit loon mag vervolgens de doelmatigheidsmarge (de afwijking van 30%) worden toegepast.

Publicatiedatum: 13 november 2013


Deel dit nieuwsbericht