Aftrek van btw op algemene kosten mag niet deels op omzetverhoudingen en deels op werkelijk gebruik worden gebaseerd

Aftrek van btw op algemene kosten mag niet deels op omzetverhoudingen en deels op werkelijk gebruik worden gebaseerd

Op 28 oktober 2019 is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd, of de mate van aftrek van de btw van algemene kosten deels op basis van werkelijk gebruik mag worden gebaseerd en deels op basis van omzetverhoudingen.

Feiten
Belanghebbende is een fiscale eenheid. Van de fiscale eenheid maakt, onder andere een bv (hierna: vennootschap) deel uit. Deze vennootschap heeft een ICT-platform rondom kinderopvang opgezet en ingericht.

De gebruikers van het ICT-platform zijn medewerkers van kinderopvangorganisaties en de ouders van kinderen, die klant zijn bij een van deze kinderopvangorganisaties. Het ICT-platform wordt door kinderopvangorganisaties binnen en buiten de fiscale eenheid gebruikt. Hiertoe verleent de vennootschap tegen vergoeding een licentie aan die partijen.

Bij het indienen van haar btw-aangiften heeft de fiscale eenheid bij de berekening van de aftrekbare btw van de algemene kosten onderscheid gemaakt tussen de kosten van het ICT-platform en de resterende algemene kosten. De aftrekbare btw met betrekking tot de kosten van het ICT-platform heeft zij berekend aan de hand van het aantal aansluitingen (inlog/user-id’s) op het ICT-platform, waarbij de teller bestaat uit het aantal aansluitingen van personeelsleden buiten de fiscale eenheid en de noemer uit het totaal aantal aansluitingen van personeelsleden binnen en buiten de fiscale eenheid. Met betrekking tot de overige algemene kosten, die geen betrekking hebben op de ontwikkeling van het ICT-platform, heeft zij op basis van de pro-ratamethode 2% van de btw die drukt op die kosten in aftrek gebracht. In de teller van die pro-rata is de belaste omzet van de fiscale eenheid opgenomen en in de noemer van die breuk is de vrijgestelde en belaste omzet van de fiscale eenheid opgenomen.

De inspecteur heeft naheffingsaanslagen opgelegd omdat de aftrekbare btw voor alle algemene kosten moet worden gebaseerd op de pro-ratamethode.

Gerechtshof
Het gerechtshof oordeelt op basis van de nationale btw-wetgeving en de Europese btw-wetgeving dat het niet is toegestaan om de aftrek alleen voor het ICT-platform op basis van werkelijk gebruik te bepalen.

Ook het eventuele betoog van de fiscale eenheid dat zij alle algemene kosten in ogenschouw heeft genomen, en voor de bepaling van het werkelijk gebruik twee objectieve sleutels heeft bepaald: te weten een sleutel op basis van aansluitingen voor wat het betreft de kosten van het ICT-platform, en een omzetsleutel voor alle overige kosten, kan haar niet baten. Zij heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt in hoeverre het gebruik van de algemene kosten als geheel in werkelijkheid afwijkt van het op basis van de pro rata-methode aangenomen gebruik. Daarom moet de mate van aftrek van de btw op de algemene kosten worden gebaseerd op de pro-ratamethode.

Belang voor de praktijk
Voor de praktijk is van belang dat het niet gemakkelijk is om aan te tonen dat de mate van aftrek van de btw op de algemene kosten op basis van werkelijk gebruik afwijkt van de omzetverhoudingen.


Publicatiedatum: 10 november 2019


Deel dit nieuwsbericht