Agenda voor de toekomst van Hybride werken
In een brief aan de Tweede Kamer van 20 juni 2022 heeft de
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een reactie gegeven op het SER
advies ‘Hybride werken’. Wij hebben in een eerder nieuwsbericht al aandacht
besteed aan de stappen en randvoorwaarden die volgens het advies van de SER nodig
zijn om hybride werken tot een succes te maken.
In de Kamerbrief geeft
de minister aan dat het kabinet zich zeer kan vinden in het advies van de SER. Het
kabinet ziet in de aanbevelingen van de SER een gestructureerde concrete aanpak
in de vorm van de Agenda voor de toekomst van het hybride werken. Sommige
aanbevelingen van de SER sluiten volgens het kabinet aan bij al lopende trajecten,
andere aanbevelingen vergen een nader uitwerking of een meerjarenaanpak.
Eén van de aanbevelingen die nader onderzocht moet worden,
is de verruiming van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling (WKR). Het
kabinet neemt dit advies mee in de evaluatie van de WKR die gepland staat voor
2023/2024. In deze evaluatie zal ook het advies worden betrokken om de arbovrijstelling
te verruimen. Het kabinet zal daartoe nader laten onderzoeken in welke mater er
sprake van arbovoorzieningen die nodig zijn omwille van het hybride werken en
waarvoor momenteel nog geen vrijstelling bestaat binnen de WKR. Een ander
aspect dat in de evaluatie van de WKR wordt meegenomen, is of bepaalde kosten
vanwege hybride werken niet worden gemaakt of bruto worden vergoed.
De minister is van mening dat het kabinet met deze Agenda
voor de toekomst van hybride werken het kabinet een belangrijke stap heeft gezet
om werkgevers en werknemers in de komende periode verder te ondersteunen bij
het vormgeven van het hybride werken. Het kabinet werkt de agenda met de
sociale partners, werkgevers en werkenden de komende periode verder uit. Het
kabinet informeert de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 over de voortgang van
de agenda.
Publicatiedatum: 25 juni 2022
Deel dit nieuwsbericht