Alcoholhoudende drank bij lunches, diners en op het terras belast tegen 21% btw

Op 11 oktober 2016 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) heeft geoordeeld dat de levering van alcoholhoudende drank bij lunches, diners e.d. is belast tegen het algemene btw-tarief van 21%.

Feiten
X exploiteert een horecagelegenheid met buitenterras, bestaande uit een grand-café, een à la carte-restaurant en tevens feestlocatie. In geschil is of op de alcoholhoudende drank die X bij lunches, diners en op het terras serveert het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is of het algemene btw-tarief van 21%.

Oordeel rechtbank
Tijdens de zitting zijn partijen het er over eens geworden dat alle prestaties van X restaurantdiensten betreffen. In geschil is daardoor alleen nog of de Nederlandse wetgever op juiste wijze gebruik heeft gemaakt van de door de Btw-richtlijn gegeven mogelijkheid om alcoholische dranken uit te zonderen van het 6%-tarief voor de restaurantdiensten.
Onder verwijzing naar een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt de rechtbank dat de Btw-richtlijn het uitdrukkelijk toestaat om in het kader van één restaurantdienst twee verschillende tarieven te hanteren en de levering van alcoholhoudende drank in het kader van die dienst van het 6%-tarief uit te sluiten. De regeling in de Nederlandse wet is in overeenstemming met hetgeen krachtens de Btw-richtlijn is geoorloofd, ook al is de uitsluiting in de Nederlandse wet iets ander geformuleerd dan in de Btw-richtlijn, aldus de rechtbank.
Dat het volgens X in de praktijk vrijwel ondoenlijk is om de omzet te splitsen leidt niet tot een ander oordeel. Het is niet de taak van de rechter om te bepalen wat in dit opzicht wenselijk of redelijk is. Als X wil bewerkstelligen dat die keuze anders wordt, zal hij zich tot de wetgever moeten wenden.

Publicatiedatum: 22 november 2016