Alleen voor dienstwoning geldt gunstige fiscale waardering

Wanneer de werkgever voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking een dienstwoning aan de werknemer ter beschikking stelt dan geldt voor de waardering van dit loon een normbedrag. Het loon wordt dan gesteld op de huurwaarde in het economisch verkeer met een maximum van 18% van het jaarloon van de werknemer bij een overeengekomen arbeidsduur van 36 uur per week. Van een dienstwoning is sprake als vanuit die woning de werkzaamheden moeten worden verricht en de werknemer redelijkerwijs niet kan afzien van het gebruik van de ter beschikking gestelde woning. De bekende voorbeelden zijn de portierswoning, de woning van de brugwachter en de pastorie.

Voor een woning die niet kwalificeert als dienstwoning geldt voornoemde maximering niet en bedraagt het loon de huurwaarde in het economisch verkeer of de huur die de werkgever voor zijn rekening neemt. Denk bijvoorbeeld aan de aan een burgemeester ter beschikking gestelde woning.

Op 11 augustus 2014 is een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant gepubliceerd waarin onder meer ter discussie stond of sprake was van een dienstwoning. In deze zaak ging het om een woning waarvan het souterrain als kantoorruimte en als directiekamer zou worden gebruikt. De rechtbank overweegt dat niet aannemelijk is gemaakt dat bewoning van de woning nodig is voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking mede bezien dat de activiteiten van de werkgever niet in (de nabijheid van) de woning worden uitgevoerd. Kortom, de woning kwalificeert niet als dienstwoning.

Publicatiedatum: 18 augustus 2014