Antwoorden inzake btw bij samenwerken gemeenten

Antwoorden inzake btw bij samenwerken gemeenten

Op 31 oktober 2014 heeft de staatssecretaris van Financiën vragen van de leden van de Commissie Binnenlandse Zaken beantwoord.

In het antwoord op de eerste vraag geeft de staatssecretaris aan dat de reikwijdte van de koepelvrijstelling de mogelijkheden tot oplossingen beperkt. Hij wijst in dit verband op een inbreukprocedure die de Europese Commissie heeft aangespannen tegen Luxemburg omdat Luxemburg de koepelvrijstelling te ruim toepast en dat hij deze procedure op de voet zal volgen.

In artikel 4, lid 1, aanhef en onderdeel b, van de Wet BCF is bepaald dat btw, die is toe te rekenen aan prestaties van gemeenten, die indien zij door een ondernemer worden verricht zijn vrijgesteld van btw, niet compensabel is. Het is volgens de staatssecretaris niet mogelijk om deze bepaling te schrappen. Dit zou namelijk leiden tot concurrentieverstoring.

In het antwoord op de tweede vraag wijst de staatssecretaris erop dat de VNG in haar communicatie naar gemeenten via een ledenbrief helder heeft aangegeven welke gevolgen zijn verbonden aan de verschillende vormen waarin gemeenten samenwerken. In overleg met de VNG zal hij onderzoeken of en op welke punten deze communicatie kan worden verbeterd en of vermelding van deze informatie op de site van de Belastingdienst nog een nuttige toevoeging kan zijn om gemeenten goed en volledig te informeren over de btw-gevolgen van samenwerken. 

Daarnaast bestaat er volgens de huidige raming voor 2015 nog altijd aanzienlijke ruimte onder het plafond op het BTW-compensatiefonds, van naar verwachting ruim 128 miljoen euro. Mochten de btw-lasten dus stijgen, dan is er voor 2015 dus ruimte voor meer declaraties bij het BTW-compensatiefonds.

In het antwoord op de derde vraag gaat de staatssecretaris van Financiën in op het zogenoemde mengpercentage. Aan de hand van dit percentage kunnen gemeenten bepalen welk deel van de btw op overheadkosten compensabel of aftrekbaar is en voor welk deel geen aftrek en geen btw-compensatie bestaat.

In het antwoord op de vierde vraag brengt de staatssecretaris in herinnering dat de VNG drie situaties heeft aangedragen die te typeren zijn als voorbeelden van een 1) bestuursmodel, 2) het model van de centrumgemeente en 3) de shared service centers. Hij beschrijft achtereenvolgens deze drie vormen van samenwerking tussen gemeenten, en geeft de gevolgen aan.

In het antwoord op de vijfde vraag merkt de staatssecretaris op dat een werkgroep van IPO, VNG, ministerie van Financiën en ministerie van Binnenlandse Zaken verkent of kan worden bepaald, en zo ja in welke mate, de eventuele knellende werking van het BCF-plafond in de toekomst, het gevolg is van btw uit hoofde van nieuwe samenwerkingsverbanden, voortvloeiend uit de decentralisaties.

In het verlengde van het antwoord op vraag vijf geeft de staatssecretaris in het antwoord op de zesde vraag aan dat de VNG binnen de werkgroep momenteel nagaat, of het mogelijk is in de gemeentelijke boekhouding btw uit hoofde van samenwerkingsverbanden apart te administreren. In geval van een overschrijding kan dan worden nagegaan in welke mate dit het gevolg is van samenwerkingsverbanden voortvloeiend uit de decentralisaties.

Uit het antwoord op de zevende vraag blijkt dat het kabinet nog steeds samen met de VNG moet bekijken, of voorschotten uit het BCF, die voortvloeien uit samenwerking, nog altijd onevenredig zware administratieve lasten veroorzaken. Momenteel wordt gezocht naar een geschikt moment waarbij een (eerste) overleg plaats kan vinden met de VNG en één of meerdere gemeenten.

Ten slotte meldt de staatssecretaris in het antwoord op de achtste vraag dat de ervaring is dat de Belastingdienst en gemeenten elkaar inmiddels goed weten te vinden. Meer concreet heeft de Belastingdienst met meerdere gemeenten in goed onderling overleg vastgesteld op welke wijze de prestaties van een (nieuw) samenwerkingsverband zoveel mogelijk onder de koepelvrijstelling kunnen worden gebracht zonder daarbij afbreuk te doen aan de wettelijke vereisten hieromtrent.

Publicatiedatum: 03 november 2014


Deel dit nieuwsbericht