Antwoorden loonheffingen op vragen gesteld tijdens intermediairdagen

Antwoorden loonheffingen op vragen gesteld tijdens intermediairdagen

De Belastingdienst heeft op 22 december 2020 vragen en antwoorden over de loonheffingen gepubliceerd die tijdens de intermediairdagen zijn gesteld. Het betreft onder meer de volgende vragen en antwoorden.

1. Vrijgestelde vergoeding onder noodzakelijkheidscriterium

V. Wordt, als je als werkgever vindt dat voor thuiswerken een internetabonnement van € 30 noodzakelijk is voor het goed kunnen uitoefenen van de functie. maar de medewerker zelf € 20 betaald aan de provider, voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium?Tijdens de 2e presentatie Loonheffingen wel als de medewerker een internetabonnement heeft van € 40.

A. De werkgever moet minimale technische eisen stellen aan de noodzakelijk internetverbinding om thuis te werken. De werkelijke kosten van die noodzakelijke internetverbinding mag u onbelast vergoeden mits de werkgever geen kosten in rekening brengt bij de werknemer.

Kiest de werknemer voor een zwaardere verbinding of aanvullend een televisie-abonnement en betaalt hij daarom € 20 zelf, dan kan hij die kosten van de upgrade zelf betalen en gelden die kosten van de upgrade niet als eigen bijdrage.

2. Online feest in relatie tot de werkkostenregeling

V. Medewerkers werken voornamelijk thuis. Thuis is dus momenteel de werkplek, waarvoor werkgever arboverantwoordelijk is. Voor het onderhouden van de verbinding organiseert werkgever een online nieuwjaarsevent/feestje onder werktijd en laat hiervoor tevens een borrelbox bij medewerkers thuis bezorgen. Mag werkgever de kosten van het feest én de borrelbox onder de nihilwaarderingen laten vallen, net zoals dit het geval is bij het organiseren van een feest op de eigen locatie?

A. De nihilwaarderingen (artikel 13, lid 3a Wet LB juncto artikel 3.7 URLB (Uitvoeringsregeling loonbelasting)) zijn alleen van toepassing op voorzieningen op de werkplek. De thuiswerkplek is in artikel 1.2, lid 1, onder f URLB uitgezonderd van de werkplek.

Dit betekent dat de nihilwaarderingen niet van toepassing zijn. De werkgever kan de kosten aanwijzen als eindheffingsloon en ten laste brengen van de vrije ruimte.

3. Tegoed op de levensloopregeling

V. Mag het tegoed op de levensloopregeling worden afgestort op een geblokkeerde bankspaarrekening en wordt dan geen loonheffing ingehouden?

A. Het onbelast omzetten van het tegoed van de levensloopregeling naar banksparen is niet mogelijk. In de wet is hiervoor geen mogelijkheid opgenomen.

4. Thuiswerkvergoeding op basis van de Nibud norm

V. Heb ik het goed begrepen dat wij bij iedereen die een thuiswerk vergoeding gaat krijgen moet beoordelen wat de reële kosten zijn? Kan de Nibud norm daar dus niet voor gaan gelden?

A. De werkgever mag de door het Nibud genoemde € 2 per dag aan thuiswerkvergoeding toepassen. Dit is ter beoordeling van de werkgever. Als de werkgever aansluit bij het bedrag van het Nibud, ziet de Belastingdienst dit bedrag als loon. De werkgever kan ervoor kiezen dit loon aan te wijzen als eindheffingsloon en ten laste te brengen van de vrije ruimte.

Als de werkgever een onbelaste vaste vergoeding voor thuiswerken wil geven, zal hij onderzoek moeten doen naar de daadwerkelijke kosten van de werknemer

5. WW-premie bij andere functie

V. Zodra een medewerker een contract voor onbepaalde tijd heeft en tijdelijk een ander functie vervult met een hoger salaris. Is dan de hoge of lage premie van toepassing?

A. In de vraag is vermeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, welke schriftelijk is vastgelegd en welke (nog) geen oproepovereenkomst is. Deze arbeidsovereenkomst wordt onderbroken dan wel beëindigd, doordat een werknemer tijdelijk een andere functie gaat uitoefenen. Een andere functie uitoefenen is een wezenlijke wijziging van de arbeidsovereenkomst. Er ontstaat voor deze tijdelijke werkzaamheden in een andere functie, een 2e (tijdelijke) arbeidsovereenkomst. Over deze 2e overeenkomst is een werkgever de hoge WW-premie verschuldigd. Als de werknemer na deze tijdelijke functie weer dezelfde werkzaamheden gaat verrichten als is overeengekomen in de 1e (onderbroken/beëindigde) arbeidsovereenkomst, dan is sprake van een 3e arbeidsovereenkomst.

Zou de 1e arbeidsovereenkomst niet worden beëindigd, dan wordt deze arbeidsovereenkomst een oproepovereenkomst. Gedurende de tijdelijke functiewijziging zal het aantal overeengekomen uren voor de oorspronkelijke functie op nihil worden gezet. Er is dan niet langer sprake van een aantal overeengekomen arbeidsuren gedurende een tijdvak van ten hoogste een maand. Ook over deze arbeidsovereenkomst is de werkgever dan de hoge WW-premie verschuldigd.

Heeft u vragen naar aanleiding van de antwoorden of anderszins vragen over de loonheffingen, laat het ons weten.

Publicatiedatum: 22 december 2020


Deel dit nieuwsbericht