Antwoorden op vragen over loonheffingen en corona

Antwoorden op vragen over loonheffingen en corona

De Belastingdienst heeft op zijn website antwoorden gepubliceerd op veel gestelde vragen over loonheffingen tijdens de coronacrisis. Er wordt antwoord gegeven op vragen over de volgende onderwerpen:

  • Vaste reiskostenvergoedingen
  • OV-abonnementen
  • Voorzieningen voor thuiswerken
  • Arbovrijstelling
  • Privégebruik auto

In één van de vragen gaat de Belastingdienst in op de uitruil van een eindejaarsuitkering (of het individueel keuzebudget) voor een (hogere) vaste reiskostenvergoeding. De vraag is of de thuiswerkdagen dan meetellen als reisdagen? Oftewel, zijn de thuiswerkdagen ook reisdagen in de zin van de zogeheten 128 dagenregeling?

De vraag luidt:

1 of meer van mijn werknemers kiezen er op grond van de cafetariaregeling voor hun eindejaarsuitkering 2020 om te laten zetten in een vaste reiskostenvergoeding over 2020. Mag ik dan de dagen waarop deze werknemers thuis werkten door de coronacrisis, toch meetellen als reisdagen?

Dat hangt ervan af wanneer uw werknemers hun keuze hebben gemaakt.

Hebben uw werknemers hun keuze gemaakt vóór 13 maart 2020? Dan mag u de thuiswerkdagen meetellen als reisdagen. Het maakt hierbij niet uit of u de vergoeding berekent volgens methode 1 of 2 in onderdeel 21.1.2 van het Handboek Loonheffingen 2020.

Hebben uw werknemers hun keuze gemaakt op 13 maart 2020 of daarna? Dan mag u de thuiswerkdagen niet meetellen als reisdagen. U kunt wel toestaan dat uw medewerkers de eindejaarsuitkering 2020 omzetten in een onbelaste vergoeding voor de daadwerkelijk gereisde kilometers tegen € 0,19 per kilometer.

Het antwoord van de Belastingdienst, dat ook bij een uitruilregeling de datum van 13 maart 2020 bepalend is, wijkt af wat sommige advieskantoren hebben verkondigd. Wij raden u aan om te bezien of uw handelen wel overeenkomstig dit beleid van de Belastingdienst is.

Op basis van artikel 31a, lid 10, Wet op de loonbelasting 1964 kan de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur niet worden toegepast voor een vergoeding of verstrekking die wordt verstrekt in het kader van een uitruilregeling. Het doet ons deugt te lezen dat de Belastingdienst ons standpunt deelt dat deze bepaling niet in de weg staat voor de toepassing van deze gerichte vrijstelling wanneer de uitruil enkel plaatsvindt voor de meerkosten van een duurdere uitvoering van hetgeen noodzakelijk is. Hopelijk bevestigt de Belastingdienst op korte termijn dat dit eveneens geldt in relatie tot de Arbovrijstelling.

Mocht u vragen hebben over de antwoorden van de Belastingdienst of als u vragen heeft die (nog) niet zijn beantwoord, neem dan gerust contact met ons op. Wij beantwoorden uw vragen graag.

Publicatiedatum: 07 september 2020


Deel dit nieuwsbericht