Antwoorden staatssecretaris over vragen pakket Belastingplan 2020 tenenkrommend

Antwoorden staatssecretaris over vragen pakket Belastingplan 2020 tenenkrommend

Op 31 oktober 2019 zijn de antwoorden van staatssecretaris Snel van Financiën gepubliceerd op een deel van de vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 28 oktober 2019 over het pakket Belastingplan 2020. Onder meer is er antwoord gegeven op een aantal vragen op het terrein van de loonheffingen.

De staatssecretaris merkt in zijn antwoorden op dat de voorgestelde gerichte vrijstelling voor een verklaring omtrent gedrag (‘VOG’) voor alle vergoedingen van kosten van een VOG geldt, dus zowel voor de wettelijk verplichte als voor de niet wettelijk verplichte VOG.

De staatssecretaris herhaalt dat de waarde van het privévoordeel (per 2020: via de vereenvoudigde bijtelling van 7%) van een ter beschikking gestelde fiets van de zaak ten laste van de vrije ruimte van de WKR kan worden gebracht. Voor de auto van de zaak is en blijft het niet mogelijk om de bijtelling ten laste van de vrije ruimte te brengen.

Als gevolg van het wetsvoorstel Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven vervalt per 1 januari 2021 de mogelijkheid om scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting af te trekken. De staatssecretaris heeft gegarandeerd dat dit wetsvoorstel niet eerder in werking zal treden dan dat nadat de Subsidieregeling STAP-budget definitief is vastgesteld, in de Staatscourant is gepubliceerd en door het UWV daadwerkelijk in uitvoering wordt genomen en rechthebbenden van die regeling gebruik kunnen maken. Tot die tijd wordt de huidige fiscale aftrek van scholingsuitgaven gecontinueerd.

Sinds jaar en dag geldt dat voor zakelijk gereisde kilometers afgelegd met een eigen vervoermiddel of te voet kan een onbelaste vergoeding worden verstrekt van maximaal € 0,19 per reiskilometer. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij geen aanleiding ziet om dit bedrag te verhogen. De staatssecretaris ziet geen aanleiding om te veronderstellen dat de huidige € 0,19 in de regel ontoereikend zou zijn om de variabele kosten te dekken. Van een lagere kilometervergoeding zou bovendien een stimulans uitgaan om in een zuinige auto te rijden met lagere variabele kosten of om over te stappen op reizen per fiets, te voet of met het openbaar vervoer. Hoe reëel is het echter om te veronderstellen dat dienstreizen per fiets of te voet kunnen worden afgelegd?

Het kabinet ziet trouwens geen reden om de 30%-regeling en de extraterritorialekostenregeling af te schaffen.

Ten aanzien van het voorstel om de zogenoemde youngtimerregeling af te schaffen of de leeftijdsgrens op 20 jaar te stellen, merkt de staatssecretaris tot tweemaal toe op dat de huidige bijtelling 25% van de cataloguswaarde zou bedragen. Kan iemand de staatssecretaris informeren dat in 2017 het normale percentage verlaagd is van 25 naar 22? De voorstellen worden trouwens niet overgenomen.

Tot slot blijkt uit de antwoorden dat momenteel onderzoek wordt gedaan naar beleidsopties om inkomsten behaald via digitale platforms door particulieren en ondernemers in de inkomstenbelasting te betrekken. Naast een inhoudingsplicht voor digitale platforms is een van de beleidsopties die wordt onderzocht de mogelijkheid om het stelselmatig aanleveren (renseigneren) van gegevens door platforms aan de Belastingdienst te verplichten. In het onderzoek wordt in ieder geval aandacht besteed aan de mogelijkheden van invoering (van een andere wijze) van een heffing over de inkomsten die worden behaald met (kortstondige) verhuur van vastgoed, bijvoorbeeld door de introductie van een inhoudingsplicht voor digitale platforms (een voorheffing of eindheffing).


Publicatiedatum: 01 november 2019


Deel dit nieuwsbericht