Auto achter hek is onvoldoende om bijtelling te voorkomen

Auto achter hek is onvoldoende om bijtelling te voorkomen

Wanneer een auto ter beschikking is gesteld, dan wordt deze auto geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld. Alsdan moet een bijtelling in aanmerking worden genomen, tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (artikel 13bis Wet LB). Uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat de Inspecteur aannemelijk moet maken dat de auto ter beschikking is gesteld.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 29 mei 2015 overwogen dat van een terbeschikkingstelling van een auto geen sprake is in een geval waarin één of meer werknemers die auto slechts besturen ter uitvoering van bepaalde opdrachten van de werkgever of een met deze verbonden lichaam om in diens belang personen of goederen te vervoeren, zodat de feitelijke beschikkingsmacht over de auto bij de werkgever of een met deze verbonden lichaam blijft berusten.

Op 9 oktober 2019 is een uitspraak van Gerechtshof Den Bosch gepubliceerd over een zaak waarin centraal stond de vraag of een personenbusje van het type Volkswagen Transporter ter beschikking was gesteld aan de werknemers van een tankstation dat ook vervoermiddelen verhuurt. Deze bus staat op het bedrijfsterrein achter een hek. De poort van het bedrijfsterrein wordt buiten werktijd afgesloten. Naast verhuur wordt deze bedrijfswagen gebruikt voor het transport van spullen. Bij een eerdere looncontrole is de inhoudingsplichtige er op gewezen dat de ritten inzake verhuur van deze bus geregistreerd dienen te worden. Desondanks is er geen rittenregistratie bijgehouden. De autosleutels worden beheerd door de bedrijfsleider. De auto wordt niet aan één bepaalde werknemer ter beschikking gesteld. Privégebruik is niet toegestaan, zij het dat hiervoor geen schriftelijk verbod is overeengekomen.

Het hof is van oordeel dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de bus aan de werknemers ter beschikking is gesteld. De werknemers konden vrijelijk over de bus beschikken omdat de bedrijfsleider slechts het beheer over de autosleutels uitoefende. Niet was schriftelijk vastgelegd dat de werknemers de bus niet voor privédoeleinden mochten gebruiken noch werd door de bedrijfsleider dan wel door anderen op (mogelijk) privégebruik gecontroleerd. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat de bus de werknemers feitelijk ter beschikking stond. Kortom, de naheffing van loonheffing wegens het niet in aanmerking nemen van de bijtelling was terecht.

Belang voor de praktijk
Werkgevers die beschikken over één of meerdere auto’s, personenbussen, etc. zullen een actief beleid moeten (gaan) voeren om een bijtelling achterwege te kunnen laten. Het simpelweg stellen dat de auto ’s avonds en in het weekends achter het hek staan en er sleutelbeheer plaatsvindt, blijkt onvoldoende.

Mocht u het beleid dat binnen uw organisatie wordt gevoerd ten aanzien van het gebruik van auto’s willen laten toetsen of als u een beleid wenst op te stellen, dan kunt u ons uiteraard contacten.


Publicatiedatum: 20 oktober 2019


Deel dit nieuwsbericht