Auto van de zaak blijft de gemoederen bezig houden

Auto van de zaak blijft de gemoederen bezig houden

In mindering op de bijtelling voor het privégebruik van een ter beschikking gestelde auto, komen alleen de betalingen waarvan werkgever en werknemer hebben afgesproken dat deze voor privégebruik zijn. Betalingen die aan derden zijn gedaan kunnen niet als betalingen voor privégebruik worden aangemerkt, tenzij werkgever en werknemer hebben afgesproken dat de werknemer deze betaling voor of namens de werkgever doet en de betalingen ook als bijdragen voor het privégebruik worden verrekend. Brandstofkosten die de werknemer betaalt, kunnen niet in mindering worden gebracht op de bijtelling voor privégebruik auto, zo blijkt uit een op 10 maart 2015 gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Den Haag.

 

Van dezelfde rechtbank is op 27 maart 2015 een uitspraak gepubliceerd waarin is beslist dat het feit dat ten onrechte geen privégebruik van de ter beschikking gestelde auto in aanmerking is genomen niet automatisch beboet moet worden met een vergrijpboete van 25%. Grove schuld is eerst dan aanwezig indien sprake is van een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. Volgens de rechtbank is dit niet gebleken. Het gestelde onzorgvuldig handelen is hiertoe onvoldoende. De omstandigheid dat belanghebbende niet erin is geslaagd bewijs te leveren dat voldoet aan de eisen die de wet stelt, is op zich genomen voorts geen omstandigheid die grove schuld impliceert.

 

Daarnaast blijkt er discussie te bestaan of het bedrag dat de werknemer moet betalen om zijn leasecontract voortijdig te beëindigen als eigenbijdrage voor privégebruik in mindering kan worden gebracht op de bijtelling. De Belastingdienst lijkt een goedkeurend beleid te hebben ingetrokken.

Publicatiedatum: 07 april 2015


Deel dit nieuwsbericht