Bedragen gestolen van werkgever vormen resultaat uit overige werkzaamheden

Bedragen gestolen van werkgever vormen resultaat uit overige werkzaamheden

Hof ’s-Hertogenbosch heeft in een op 31 december 2013 gepubliceerde uitspraak geoordeeld – in navolging van Rechtbank Breda – dat de bedragen die een voormalig bestuurder van zijn werkgever naar zijn privérekening heeft overgemaakt resultaat uit overige werkzaamheden vormen.

Het hof verwijst in haar motivering naar de uitspraak van de rechtbank waarin word verwezen naar de nota van toelichting bij de Invoeringswet Wet IB 2001. Hierin wordt een vraag gesteld over de fiscale gevolgen als de werknemer goederen van de werkgever verduistert. In het antwoord wordt verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 1992, nr. 28 156, BNB 1993/19. Beslist werd daarin dat geen sprake is loon uit dienstbetrekking, maar dat het genoten voordeel behoort tot de in artikel 22, lid 1, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bedoelde voordelen. Onder de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt dit aangeduid met een resultaat uit overige werkzaamheden.

Tot het loon uit dienstbetrekking als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 behoren, afgezien van fooien en dergelijke prestaties, dus niet voordelen die niet door de werkgever zijn verstrekt maar die de werknemer kon behalen omdat zijn dienstbetrekking hem daartoe in staat stelde. Het is immers niet aannemelijk dat de wetgever zou hebben bedoeld ook tot het loon te rekenen voordelen waarover de werkgever geen loonbelasting kan inhouden omdat hij met die voordelen niet bekend is.

Publicatiedatum: 05 januari 2014


Deel dit nieuwsbericht