De Hoge Raad heeft op 11 oktober 2013 een belangrijk arrest gewezen met betrekking tot de financiële btw-vrijstelling. Wat was er aan de hand?

Feiten

De door een bv verrichte diensten zijn te onderscheiden in A-diensten en B-diensten. De A-diensten bestaan uit het beheer van leningen. De B-dienstenstelt de kredietverstrekkers in staat om tot een afgewogen beslissing te komen om al of niet krediet te verstrekken.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de financiële btw-vrijstelling niet van toepassing is op de A-diensten, aangezien de bv niet tevens de kredieten heeft verleend. Die vrijstelling is dus alleen van toepassing, als het beheer van kredieten plaatsvindt door degene die de kredieten heeft verleend. Ook de bankenresolutie is volgens de Hoge Raad niet van toepassing. De A-diensten zijn daarmee belast met btw.

De B-diensten zijn naar het oordeel van de Hoge Raad niet aan te merken alshet verlenen van of het bemiddelen inzake krediet. De bankenresolutie is ook niet van toepassing op de B-diensten. Daarmee zijn de B-diensten eveneens belast met btw.