Belangrijke uitspraken inzake auto van de zaak

Belangrijke uitspraken inzake auto van de zaak

In de praktijk zien we regelmatig dat de belastingdienst wil overgaan tot het opleggen van een naheffingsaanslag loonheffing als een volledig ingevulde rittenregistratie ontbreekt. De vraag waaraan de belastingdienst voorbijgaat, is dat er wel sprake moet zijn van een ‘terbeschikkingstelling’ van een auto.

Onlangs is een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd waarin wordt aangegeven dat de ‘terbeschikkingstelling’ van een auto uitgelegd moet worden als de feitelijke macht over een auto uitoefenen. Het bewijs dat de auto ter beschikking van de werknemer staat, dient volgens jurisprudentie van de Hoge Raad door de inspecteur aannemelijk te worden gemaakt.

Uit dezelfde uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat een omstandigheid als het ontbreken van een (volledige) rittenadministratie niet van belang is voor het antwoord op de vraag of de auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld. Slaagt de inspecteur in dit bewijs, dan wordt ook verondersteld dat de auto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Vervolgens moet de werkgever, dan wel bestuurder overtuigend aantonen dat de ter beschikking gestelde auto zo weinig voor privédoeleinden is gebruikt dat de bijtelling privégebruik buiten toepassing kan blijven.

Indien een kilometerregistratie wordt overgelegd als bewijs dat de (bestel)auto niet of nauwelijks voor privédoeleinden is gebruikt, dan is het uiteraard belangrijk dat de belastingdienst hier geen gaten in kan schieten. Een administratie wordt al snel verworpen als een verantwoorde route niet overeenkomt met een verkeersboete, zo bleek recentelijk weer eens in een andere uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Publicatiedatum: 23 september 2013


Deel dit nieuwsbericht