Belastingbesparende motieven niet relevant voor toets rechtstreeks verband tussen levering en tegenprestatie
Op 10 september 2021 is
een arrest gepubliceerd waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld, dat bij de beantwoording van de vraag of is voldaan aan
het criterium van een rechtstreeks verband tussen de levering van een goed en
de ontvangen tegenprestatie, niet relevant is welk oogmerk de verkoper en de
koper met die levering en de hoogte van het daarvoor bedongen bedrag hebben.
Dat geldt ook indien de verkoper en de koper bij het vaststellen van de
tegenprestatie rekening hebben gehouden met een beoogde besparing van btw.
Feiten
Gemeente X (hierna: de
gemeente) heeft een gebouw doen oprichten voor de huisvesting van een brede
school, bestaande uit 2 basisscholen, een peuterspeelzaal en een
kinderdagverblijf. De totale stichtingskosten bedroegen ruim €
5 miljoen, inclusief btw. De gemeente
verkoopt het gebouw voor € 550.000, exclusief btw aan een woningcorporatie onder de verplichting
om het gebouw gedurende 30 jaren te blijven aanwenden als brede school. De
woningcorporatie verhuurt het voor de basisscholen bestemde deel van het gebouw
aan een stichting. De gemeente krijgt het recht van eerste koop. De dan te
betalen prijs wordt bepaald door de koopsom voor de woningcorporatie, de
verschuldigde btw en overdrachtsbelasting, waarbij rekening wordt gehouden met
de vrijval van de onderhoudsvoorziening. De gemeente wenst de door de aannemer
in rekening gebrachte btw van € 628.320 in aftrek te brengen.
Hoge Raad
Naar het oordeel
van de Hoge Raad geeft het oordeel van Gerechtshof Den Haag blijk van een
onjuiste rechtsopvatting. De omstandigheid dat de hoogte van de vergoeding
(mede) is bepaald door een belastingvoordeel dat is beoogd met de structurering
van activiteiten, is niet een factor die afdoet aan het rechtstreekse verband. De
oordelen van Gerechtshof Den Haag kunnen dan ook niet de conclusie
rechtvaardigen dat de ontvangen tegenprestatie slechts ten dele de levering van
het gebouw vergoedt. De Hoge Raad verwijst deze zaak naar Gerechtshof Amsterdam
ter verdere behandeling en beslissing.
Publicatiedatum: 14 september 2021
Deel dit nieuwsbericht