Belastingdienst mocht de VSO over het Uniforce-concept opzeggen

Belastingdienst mocht de VSO over het Uniforce-concept opzeggen

De Belastingdienst heeft in het verleden afspraken gemaakt met Uniforce over de (vrijwarende) werking van het zogeheten Uniforce-concept. Bij deze constructie wordt er gewerkt vanuit een zogenoemde Declarabele Uren B.V. (‘DUBV’), waarbij de statutair directeur van de DUBV, de zogenoemde Uniforcer die de werkzaamheden verricht, in loondienst staat tot de DUBV. De inhoudingsplicht zou bij de DUBV liggen. De opdrachtgever van de DUBV zou daarmee gevrijwaard zijn van de inhouding van loonheffingen. Op basis van de vaststellingsovereenkomst (‘VSO’) tussen de Belastingdienst en Uniforce werd een Verklaring Uniforce Registratie (‘VUR’) afgeven aan opdrachtgevers van de DUBV. De VUR vrijwaarde deze opdrachtgevers van de inhouding van loonheffingen.

De Belastingdienst heeft de VSO met Uniforce na de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (‘Wet DBA’) willen wijzigen onder verwijzing naar de Wet DBA en daarmee het vervallen van de Verklaring Arbeidsrelatie (‘VAR’), maar ook met verwijzing naar de invoering van de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016. Uniforce heeft zich tegen de wijziging of opzegging van de VSO verzet. Vergeefs zo blijkt, uit een op 22 juli 2019 gepubliceerde uitspraak van Gerechtshof Den Haag. Het hof geeft – evenals de rechtbank in eerste aanleg – aan dat met de invoering van de Wet DBA en de afschaffing van de VAR het Uniforce-concept en de daaruit voortvloeiende VUR niet meer in overeenstemming zijn met de wetgeving. Daarmee heeft het Uniforce-concept zijn vrijwarende werking verloren.

In de grieven stelt Uniforce onder meer dat met het feit dat de Uniforcer in dienst was van de DUBV en dat de DUBV daarmee premies en belastingen afdroeg, uitgesloten zou zijn dat (ook) tussen opdrachtgever en de Uniforcer sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit kan naar onze mening wel degelijk. Voor die situaties is immers de zogenoemde doorbetaaldloonregeling in de wet (meer specifiek, in de artikelen 32d Wet LB en 59 lid 1 Wfsv) opgenomen.

Publicatiedatum: 29 juli 2019


Deel dit nieuwsbericht