Belastingdienst start met verscherpt toezicht ten aanzien van arbeidsverhoudingen

Belastingdienst start met verscherpt toezicht ten aanzien van arbeidsverhoudingen

Per 1 mei 2016 zijn de Verklaringen arbeidsrelaties (beter bekend onder de afkorting VAR’s) vervangen door de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (‘Wet DBA’). Naar aanleiding van kritiek vanuit de praktijk en de politiek op deze wet, is de Belastingdienst de controle op naleving van deze wet gefaseerd gaan intensiveren. Vanaf 1 januari 2020 gaat de Belastingdienst meer handhaven bij opdrachtgevers. Dit betekent dat er correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen kunnen worden opgelegd, eventueel met een boete. Aan een correctie zal altijd een bedrijfsbezoek of boekenonderzoek ten grondslag liggen. Vanaf oktober 2019 start de Belastingdienst met dit verscherpte toezicht.

Wanneer worden er correcties, eventueel met een boete, opgelegd? Als er sprake is van kwaadwillendheid. U bent kwaadwillend als u opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, terwijl u weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Zie ook een eerder nieuwsbericht hierover.

De Belastingdienst gaat vanaf oktober 2019 echter ook handhaven als er aanwijzingen zijn gegeven om een bestaande situatie die blijkt te kwalificeren als (fictieve) dienstbetrekking niet heeft opgevolgd. De aanwijzingen kunnen zijn om de arbeidsverhouding anders vorm te geven zodat er geen sprake meer is van een dienstbetrekking of om de arbeidsverhouding als dienstbetrekking op te nemen in de administratie. Wanneer de Belastingdienst aanwijzingen geeft, dan heeft u in principe drie maanden de tijd om er mee aan de slag te gaan. Na deze termijn gaat de Belastingdienst over tot het opleggen van correcties.

Is er geen sprake van kwaadwillendheid of zijn er geen aanwijzingen gegeven, dan wordt de handhaving uitgesteld tot 1 januari 2021. Het kabinet wil op deze datum immers nieuwe wet- en regelgeving invoeren die de Wet DBA vervangt. De verwachting is dat de voorstellen daartoe aan het eind van deze maand zijn afgerond. Het voorstel zal bestaan uit onder meer een minimumtarief van € 16,00 per uur en een zelfstandigenverklaring. Na de bekendmaking van het wetsvoorstel komt er een internetconsultatie waarna het definitieve voorstel naar verwachting vóór de zomer van 2020 zal worden ingediend.

Publicatiedatum: 21 oktober 2019


Deel dit nieuwsbericht