Beschermingsbewind door bewindvoerder valt niet onder de sociaal-culturele btw-vrijstelling

Beschermingsbewind door bewindvoerder valt niet onder de sociaal-culturele btw-vrijstelling

Rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) heeft in de op 19 maart 2020 gepubliceerde uitspraak geoordeeld, dat beschermingsbewind verricht door een bewindvoerder niet is vrijgesteld van btw op grond van de sociaal-culturele btw-vrijstelling.

Feiten

X verricht werkzaamheden als bewindvoerder. De werkzaamheden bestaan onder andere uit het beheer van schulden van cliƫnten, het beheer van vaste lasten en het afsluiten van abonnementen. Alle cliƫnten van X zijn door de rechtbank onder bewind gesteld op grond van Titel 19 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 1.

In geschil is of de diensten die X als bewindvoerder verricht, zijn vrijgesteld van btw op grond van de sociaal-culturele btw-vrijstelling.

 Rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert het bewind dat X uitoefent als beschermingsbewind met betrekking tot problematische schulden in de zin van de wettelijke schuldregeling van Titel 19 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 1. Volgens de rechtbank is schuldhulpverlening vrijgesteld op grond van post b.33 van Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (hierna: Uitvoeringsbesluit), beschermingsbewind niet. Dit brengt met zich dat het door X als bewindvoerder verrichte beschermingsbewind niet onder de sociaal-culturele btw-vrijstelling valt.

 Belang voor de praktijk

Er zijn twee mogelijkheden om onder de sociaal-culturele btw-vrijstelling te vallen. Ten eerste zijn leveringen en diensten aangewezen in Bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit. Voor andere leveringen en diensten kan de inspecteur aan een instelling van sociale of culturele aard op verzoek een beschikking afgeven. In deze zaak had X geen verzoek ingediend bij de inspecteur. Om die reden heeft de rechtbank uitsluitend gekeken naar de aangewezen diensten in Bijlage B.


Publicatiedatum: 08 april 2020


Deel dit nieuwsbericht