Besluit btw-heffing bij werkzaamheden toezichthouders en leden van commissies gewijzigd
Op 2 augustus 2021 is
een besluit gepubliceerd dat het eerdere besluit van 28 april 2021 inzake de
btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en leden van diverse
commissies wijzigt. De wijzigingen hebben betrekking op het volgende.
Onderdeel 3, eerste alinea
In onderdeel 3, eerste
alinea, is verduidelijkt dat de bedoelde werkzaamheden niet worden verricht als
ondernemer, ook niet als deze werkzaamheden in het verlengde liggen van of
samenhangen met activiteiten waarvoor wel gekwalificeerd wordt als
btw-ondernemer. Dit betekent ook dat geen recht op aftrek bestaat voor de
hieraan toerekenbare btw.
Onderdeel 3, letter D
Onderdeel 3, letter D,
is aangepast in die zin dat de uitspraak moet zijn gedaan of de beslissing moet
zijn genomen door de commissie als zodanig.
Onderdeel 5
In onderdeel 5 is de
goedkeuring verduidelijkt en uitgebreid:
-
Voor de
periode vanaf 13 juni 2019 tot 7 mei 2021 is goedgekeurd dat een natuurlijk
persoon die de in de onderdelen A tot en met D genoemde werkzaamheden heeft
verricht en daarvoor btw in rekening heeft gebracht, geacht wordt deze
werkzaamheden als ondernemer te hebben verricht.
-
Goedgekeurd
is dat de herziening van de in aftrek gebrachte btw over investeringsgoederen
die vóór 7 mei 2021 geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de werkzaamheden
genoemd in de onderdelen A tot en met D in gebruik zijn genomen door een
natuurlijk persoon, achterwege mag blijven voor de resterende herzieningsperiode,
mits de natuurlijk persoon met betrekking tot de genoemde werkzaamheden als
ondernemer heeft gehandeld in de periode vóór 7 mei 2021 en voor zover de
investeringsgoederen zijn aangeschaft als ondernemer en onderdeel zijn van het
bedrijfsvermogen.
Publicatiedatum: 13 augustus 2021
Deel dit nieuwsbericht