Besluit over cafetariaregelingen geactualiseerd

Besluit over cafetariaregelingen geactualiseerd

In de uitvoeringspraktijk van de loonheffingen blijkt behoefte te bestaan aan verduidelijking van de wetstoepassing bij zogenoemde cafetariaregelingen. Tegen deze achtergrond is in het besluit van 28 januari 2011 een algemeen kader voor de toetsing van wijzigingen van beloningen en met name van cafetariaregelingen neergelegd. In de Staatscourant van 26 juli 2016 is een besluit van 15 juli 2016 gepubliceerd dat een actualisering van het besluit van 28 januari 2011 is en welk besluit daarmee komt te vervallen. Bij de actualisering gaat het om ondergeschikte redactionele wijzigingen die onder meer samenhangen met de omstandigheid dat de keuzemogelijkheid om de werkkostenregeling toe te passen, is komen te vervallen.

 

In het besluit van 15 juli 2016 wordt onder meer ingegaan op de realiteitswaarde van een wijziging van de overeengekomen beloning. De wijziging heeft deze realiteitswaarde niet als de betrokken partijen in wezen geen wijziging in hun onderlinge rechtsverhouding hebben aangebracht of iets anders zijn overeengekomen. In dit verband moet een wijziging van de overeengekomen beloning worden onderscheiden van een besteding van het loon waarbij bijvoorbeeld geen beroep kan worden gedaan op de gerichte vrijstellingen binnen de werkkostenregeling.

 

Belangrijk is te weten dat de belastingdienst situaties zal bestrijden waarin sprake is van wijzigingen die, afgezien van de beoogde gevolgen voor de loonheffingen en het premieloon, voorspelbaar nadelig zijn en overigens praktische betekenis missen. Van voorspelbare nadeligheid is bijvoorbeeld sprake als een werknemer akkoord gaat met de ruil van een eindejaarsuitkering van € 100 voor een vergoeding van € 90 voor vakliteratuur. De belastingdienst zal echter niet situaties bestrijden waarin een wijziging van een beloning alleen nadelig uitpakt omdat de wijziging de pensioengrondslag verlaagt.

 

De opzet van een cafetariaregeling en de aanvulling op de arbeidsovereenkomst zijn vanuit het oogpunt van de loonheffingen in beginsel vormvrij. Als handreiking voor de praktijk merkt de belastingdienst op dat het van belang is dat de werkgever in de gehanteerde regeling duidelijk omschrijft wat de toekomstige keuzemogelijkheden voor de werknemer zijn, wat de fiscale en andere (inkomensgerelateerde) gevolgen (kunnen) zijn en indien van toepassing, wat de gevolgen bij uitdiensttreding zijn.

Publicatiedatum: 26 juli 2016


Deel dit nieuwsbericht