Besluit samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting geactualiseerd

Besluit samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting geactualiseerd

Op 27 maart 2017 is het geactualiseerde besluit over de samenloop van btw en overdrachtsbelasting gepubliceerd. Het besluit bevat goedkeuringen voor een aantal situaties waarin sprake is van ongewenste heffing van overdrachtsbelasting. Verder bevat het besluit richtlijnen voor de interpretatie van bepaalde relevante begrippen. Hierna zijn enkele nieuwe aspecten uit het besluit aangestipt.

Als een onroerende zaak bestaat uit verschillende zelfstandige zaken voor de btw, kan de samenloopvrijstelling worden toegepast per zelfstandige btw-zaak. Als één zelfstandige onroerende zaak voor de btw gedeeltelijk tot het bedrijfsvermogen en gedeeltelijk tot het privévermogen wordt gerekend en voor deze onroerende zaak (enig) recht op aftrek van btw bestaat, is de samenloopvrijstelling niet van toepassing.

De samenloopvrijstelling is van toepassing op de verkrijging van een onroerende zaak indien de verkoper/leverancier niet alleen de onroerende zaak levert, maar daarnaast een bouwterrein, een nieuw gebouw of vernieuwbouw oplevert aan koper/verkrijger (koop-aannemingsovereenkomsten). Uiteraard moet wel aan de voorwaarden voor toepassing van de samenloopvrijstelling zijn voldaan als het bouwterrein, het nieuwe gebouw of de vernieuwbouw aan de koper/verkrijger wordt opgeleverd.

Onder omstandigheden kan de samenloopvrijstelling worden toegepast bij de verkrijging van een onroerende zaak die binnen een fiscale eenheid of in het kader van de overdracht van (een deel van) een onderneming (algemeenheid van goederen) wordt verkregen. Als sprake is van een dienst (bijvoorbeeld vestiging van een opstalrecht beneden de kostprijs inclusief btw van de onroerende zaak waarop dat recht betrekking heeft), moet de verkrijger aannemelijk maken dat sprake zou zijn van belaste verhuur, zonder fiscale eenheid of de overdracht van een onderneming. Het is in ieder geval aannemelijk dat de verkrijger zou hebben gekozen voor belaste verhuur, indien de onroerende zaak door de verkrijger (zonder fiscale eenheid) voor minimaal 90% voor aftrekgerechtigde activiteiten wordt gebruikt (in bepaalde situaties is 70% voldoende). De samenloopvrijstelling kan niet alleen van toepassing zijn als de onroerende zaak als bedrijfsmiddel is gebruikt en de verkrijger de inkoop-btw niet in aftrek kan brengen, maar onder voorwaarden ook als de verkrijger de inkoop-btw wel in aftrek kan brengen.

Verder is onder voorwaarden goedgekeurd dat de samenloopvrijstelling wordt toegepast op de verkrijging van de economische eigendom van een bouwterrein door een toekomstige erfpachter, vanwege de feitelijke terbeschikkingstelling van het bouwterrein door de juridische eigenaar. De goedkeuring geldt onder dezelfde voorwaarden met betrekking tot een opstalrecht.

De samenloopvrijstelling is van toepassing op de verkrijging van aandelen in een onroerendezaakrechtspersoon, voor zover de bezittingen bestaan uit nieuwe nog ongebruikte onroerende zaken in de bouw- en handelsfase, bouwterreinen daaronder begrepen. Dit geldt alleen als de samenloopvrijstelling van toepassing zou zijn, indien de onroerende zaak zou zijn verkregen in plaats van de aandelen. Onder omstandigheden is de samenloopvrijstelling ook van toepassing op gebruikte bedrijfsmiddelen.

In het besluit is tevens een goedkeuring opgenomen dat de samenloopvrijstelling onder voorwaarden van toepassing is op de overdracht van een deelgerechtigdheid in een samenwerkingsverband, die voor de btw-heffing geen belastbaar feit is.

Publicatiedatum: 05 mei 2017


Deel dit nieuwsbericht