Bestuurder stichting aansprakelijk voor door bv verschuldigde belasting

Bestuurder stichting aansprakelijk voor door bv verschuldigde belasting

Op 2 oktober 2014 is een uitspraak van Hof Den Haag gepubliceerd inzake bestuurdersaansprakelijkheid.

Feiten

Belanghebbende is als bestuurder van een stichting aansprakelijk gesteld voor de door een bv niet betaalde naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting voor in totaal € 73.533. De stichting is enig aandeelhouder en enig bestuurder van de bv. De ontvanger heeft deze melding in de bezwaarfase voor een deel van de in het geding zijnde periode voor beide heffingen als tijdig aangemerkt en de naheffingsaanslag verminderd tot € 61.349.

Hof

Doordat belanghebbende in de in het geding zijnde periode enig bestuurder was van de stichting en de stichting enig bestuurder was van de bv, brengt artikel 36, lid 5, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met zich dat belanghebbende tevens was aan te merken als bestuurder van de bv.

Voor de in het geding aan orde zijnde tijdvakken van de aansprakelijkstelling is de melding niet tijdig gedaan. Derhalve wordt vermoed dat de niet betaling aan belanghebbende is te wijten en wordt belanghebbende slechts toegelaten tot het bewijs van het tegendeel indien hij aannemelijk maakt dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem is te wijten (artikel 36, lid 4, IW 1990). Belanghebbende heeft enkel aangevoerd dat hij door drukke werkzaamheden niet in staat was om de betalingsonmacht van de BV tijdig te melden. Belanghebbende heeft die stelling niet onderbouwd en heeft daarmee naar het oordeel van het hof niet aan zijn stelplicht voldaan. Er moet dan ook worden uitgegaan van kennelijk onbehoorlijk bestuur van belanghebbende.

De ontvanger moet stellen en in geval van betwisting bewijzen dat het belopen van de heffingsrente, de invorderingskosten en de boetes aan belanghebbende te wijten is. Het Hof komt tot de conclusie dat belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor de aan de bv in rekening gebrachte heffingsrente, invorderingskosten en boetes.

Publicatiedatum: 21 oktober 2014


Deel dit nieuwsbericht