Bestuurder van beherende vennootschap mag rechtstreeks aansprakelijk worden gesteld

Bestuurder van beherende vennootschap mag rechtstreeks aansprakelijk worden gesteld

Op 3 oktober 2014 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen met betrekking tot de aansprakelijkstelling van een bestuurder van een besloten vennootschap (hierna: bv) die beherend vennoot was van een commanditaire vennootschap (hierna: cv).

Iedere bestuurder van een lichaam zonder rechtspersoonlijkheid (zoals een cv) of een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat niet volledig rechtsbevoegd is, is hoofdelijk aansprakelijk voor de door de voormelde lichamen verschuldigde rijksbelastingen waaronder de omzetbelasting. Als bestuurder wordt aangemerkt de volledig aansprakelijke vennoot van een maat- of vennootschap. Als de bestuurder zelf een lichaam is, wordt onder bestuurder mede verstaan ieder van de bestuurders van het laatstbedoelde lichaam. De aansprakelijk gestelde bestuurder moet bewijzen dat het niet aan hem is te wijten dat de belasting niet is voldaan (artikel 33 Invorderingswet 1990).

Indien een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat volledig rechtsbevoegd is en als bestuurder aansprakelijk is gesteld voor de loonbelasting of de omzetbelasting, is de bestuurder van het aansprakelijk gestelde lichaam hoofdelijk aansprakelijk voor deze loonbelasting of omzetbelasting (artikel 36b Invorderingswet 1990).

In casu werd belanghebbende als bestuurder van een bv die beherend vennoot was van een cv aansprakelijk gesteld voor door de cv verschuldigde omzetbelasting. De vraag was of de ontvanger belanghebbende op grond van artikel 33 van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk mocht stellen, of dat hij de weg van artikel 36b van de Invorderingswet moest bewandelen en dus eerst de beherend vennoot aansprakelijk moest stellen.

Uit het arrest volgt dat de ontvanger mag kiezen tussen beide wegen.

Publicatiedatum: 09 oktober 2014


Deel dit nieuwsbericht