Betaling vakantiegeld leidt tot lagere WW- of Ziektewetuitkering
Ontvangt u een WW- of een Ziektewetuitkering, maar heeft u
daarnaast ook nog inkomsten uit een dienstbetrekking? En wordt het vakantiegeld
uit dit werk niet iedere maand uitbetaald? Dan is de berekening van de hoogte
van de uitkering gewijzigd.
De nieuwe manier waarop het vakantiegeld uit werk wordt
verrekend met de uitkering, heeft gevolgen voor de hoogte van de uitkering die werknemers
ontvangen. Werknemers zullen dit bij de uitbetaling van het jaarlijkse vakantiegeld
in mei of juni 2022 voor eerst merken.
Tot 1 juli 2021 telde het UWV elke maand 8% vakantiegeld op
bij de inkomsten uit werk. Dat bedrag werd vervolgens verrekend met de WW- of
Zw-uitkering van de werknemer. De uitkering van de werknemer was daardoor elke
maand iets lager, maar de werknemer kreeg zo geen lagere uitkering als het
jaarlijkse vakantiegeld uit werk werd uitbetaald.
Vanaf 1 juli 2021 verrekent het UWV het uitbetaalde
vakantiegeld direct met de uitkering. De werknemer krijgt hierdoor maandelijks
een hogere uitkering, omdat niet meer elke maand 8% vakantiegeld bij de
inkomsten van de werknemer wordt opgeteld. Bij de uitbetaling van het
jaarlijkse vakantiegeld krijgt de werknemer daardoor echter geen of een lagere
uitkering.
Deze andere manier van verrekenen komt voort uit het feit
dat werkgevers verschillende mogelijkheden bieden om het vakantiegeld uit te
betalen. Door alleen nog te kijken naar de inkomsten die een werknemer al heeft
ontvangen, kan het juiste bedrag aan vakantiegeld worden verrekend.
Publicatiedatum: 28 april 2022
Deel dit nieuwsbericht