Betalingen door Belgische profclub aan uitgeleende spelers belast in Nederland

Betalingen door Belgische profclub aan uitgeleende spelers belast in Nederland

Wanneer medewerkers hun werkzaamheden in een ander land verrichten, kan dat ertoe leiden dat de werkgever in de werkstaat loonbelasting en sociale verzekeringen moet afdragen. Eerder hebben we bericht over een procedure voor Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) waarin een Belgische betaald voetbalorganisatie (hierna: BVO) drie van haar contractspelers uitleende aan Nederlandse BVO’s. Deze spelers ontvingen van de Belgische BVO periodiek een bedrag als zijnde tekengeld. Ook in de periode dat ze in Nederland speelden. De vraag is of in Nederland belasting verschuldigd is over het tekengeld? De Nederlandse inspecteur is van mening dat over deze tekengelden in Nederland loonbelasting is verschuldigd en legt een naheffingsaanslag op. De Belgische BVO is het daar niet mee eens en is – na een bezwaarprocedure – in beroep gegaan bij de Rechtbank.

Op basis van artikel 17 van het belastingverdrag tussen Nederland en België kwam de Rechtbank tot de conclusie dat Nederland heffingsbevoegdheid had over het tekengeld, omdat er een verband bestaat tussen het verrichten van werkzaamheden in Nederland en het ontvangen van het tekengeld. In de procedure voor de Rechtbank was tussen partijen niet in geschil, en de Rechtbank volgt partijen daarin, dat de 30% regeling niet van toepassing is op de tekengelden omdat sprake is van loonbestanddelen waarbij loonheffing eindheffing is.

Beide partijen zijn tegen de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gegaan bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof). De uitspraak van het Hof is op 28 mei 2021 gepubliceerd. Uit de hofuitspraak zijn de volgende (juridische) overwegingen vermeldenswaardig:

  • Naar het oordeel van het Hof is hier artikel 17 van het Verdrag van toepassing. Anders dan de Belgische BVO stelt, is in de tekst van artikel 17 geen aanwijzing te vinden dat deze bepaling alleen van toepassing zou zijn bij kortdurende evenementen. De Belgische BVO wijst op voorbeelden in de toelichting waarin veelal wordt verwezen naar kortdurende evenementen. Volgens het Hof zijn dat slechts voorbeelden en sluiten die voorbeelden niet uit dat deze bepaling ook toepassing vindt bij meer langdurige werkzaamheden als sportbeoefenaar.
  • Het Hof concludeert dat de tekengelden een beloning zijn voor de werkzaamheden die de spelers gedurende de contractperiode verrichten. Nu bij aanvullende overeenkomsten is geregeld dat deze werkzaamheden in Nederland (zullen) worden verricht behoren zij tot het belastbare inkomen uit werk en woning en tot de inkomsten uit de persoonlijke werkzaamheden in Nederland in de hoedanigheid van sportbeoefenaar.
  • Het gehele tekengeld was op 30 juli 2010 vorderbaar en tevens inbaar. De daarover verschuldigde loonbelasting moest op dat moment worden ingehouden. De verschuldigde belasting is met een beroep op artikel 31, lid 1, Wet LB als eindheffing van de Belgische BVO nageheven. De inspecteur heeft de 30%-regeling niet toegepast op het tekengeld, omdat het hier eindheffingsloon betreft. Echter, eerst per 1 januari 2011 staat in artikel 10ea, lid 1, onderdeel a, onder 1°, UBLB 1965 dat eindheffingsloon – met uitzondering van artikel 31a, lid 2, onderdeel e, Wet LB – niet tot de grondslag van de 30%-regeling behoort. Vóór 2011 gold dat op het loon waarover wordt nageheven via eindheffing de 30%-regeling kon worden toegepast, mits dit in de arbeidsovereenkomst specifiek was overeengekomen. Een slordigheid van de Inspecteur dat hij zich niet heeft gebaseerd op de wettelijke bepalingen die golden in het naheffingstijdvak. Ook de Rechtbank heeft in eerste aanleg hierover niets opgemerkt.

Deze casus maakt duidelijk dat de vele fiscale aspecten een casus complex kunnen maken. Ook voor de Belastingdienst en de rechter. Heeft u casus waarbij u niet zeker weet of er loonbelasting is verschuldigd en zo ja, waarover, dan wel twijfelt over de juistheid van het standpunt van de Belastingdienst? Neem dan gerust contact op met Antoine Roes. Hij is bereikbaar op antoine@zekerfiscaal.nl of 06-30 17 17 93. 

Publicatiedatum: 30 mei 2021


Deel dit nieuwsbericht