Boetes voor het laten werken van vreemdelingen zijn fors en moeilijk te weerleggen

Boetes voor het laten werken van vreemdelingen zijn fors en moeilijk te weerleggen

De regels voor het laten werken van vreemdelingen staan in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Werken in Nederland is vrij toegestaan voor personen met de Nederlandse nationaliteit of de nationaliteit van één van de landen van de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. Voor deze landen geldt vrij verkeer van werknemers, met uitzondering van Kroatië.

Personen met een andere nationaliteit mogen alleen in Nederland werken als ze beschikken over bijvoorbeeld een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) of als de werkgever voor deze vreemdeling beschikt over een geldige tewerktellingsvergunning.

De Wav verbiedt werkgevers en particulieren om vreemdelingen, die geen vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt, zonder geldige tewerkstellingsvergunning of GVVA voor zich te laten werken. Degene die een of meer vreemdeling(en) zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning of GVVA voor zich laat werken, riskeert een forse boete: voor een werkgever bedraagt deze boete € 12.000 per illegale werknemer en voor een particulier € 6.000 per illegale werknemer.

Het ministerie van SZW behandelt bezwaren die worden gemaakt tegen een opgelegde boete op grond van de Wav. Daarbij blijkt dat een aantal bezwaargronden veel voorkomen, maar die niet tot verandering van de opgelegde boete leiden. Om onnodige bezwaarprocedures te voorkomen, heeft het ministerie van SZW een brochure opgesteld waarin deze gronden worden opgesomd en toegelicht.

Publicatiedatum: 17 april 2014


Deel dit nieuwsbericht