Brief van staatssecretaris van Financiën aan Tweede Kamer over schadeafwikkeling in Groningen en btw

Brief van staatssecretaris van Financiën aan Tweede Kamer over schadeafwikkeling in Groningen en btw

Op 19 mei 2016 heeft de staatssecretaris van Financiën een brief gestuurd aan de Tweede Kamer over de btw-heffing bij de schadeafwikkeling van aardbevingsschade in Groningen. Ook beantwoordt de staatssecretaris, mede namens de minister van Economische Zaken, Kamervragen over hetzelfde onderwerp.

De staatssecretaris geeft in zijn brief aan dat hij, door de fiscale geheimhoudingsplicht, de Tweede Kamer enkel in algemene zin kan informeren over de btw-heffing en de btw-aftrek bij de afwikkeling van aardbevingsschade en dat het niet mogelijk is informatie te geven over een specifieke belastingplichtige.    

Aftrek van btw bestaat bij de schadeveroorzaker als vaststaat dat deze btw-ondernemer is en hij schadehersteldiensten afneemt die hij gebruikt in het kader van btw-belaste bedrijfsactiviteiten. De schadeveroorzaker moet dan beschikken over een aan hem gerichte factuur voor het verrichte schadeherstel waarvoor de schadeveroorzaker de opdracht aan de schadehersteller heeft gegeven. Voor de aftrek van btw door een ondernemer is namelijk in elk geval vereist dat de ondernemer de afnemer van de prestatie is, wat betekent dat de ondernemer een overeenkomst heeft gesloten met de leverancier of dienstverrichter op basis waarvan de prestatie wordt verricht. Indien de schadelijdende partij de opdracht tot herstel heeft gegeven, is aftrek niet mogelijk bij de schadeveroorzaker, ook niet als de schadeveroorzaker de herstelfactuur betaalt. Een enkele betalingsverplichting is onvoldoende om aftrek van btw te krijgen.

De staatssecretaris merkt hierbij op dat hij in het besluit aftrek van voorbelasting van 25 november 2011 een goedkeuring heeft getroffen voor de situatie dat de schadelijdende partij de btw in aftrek kan brengen, maar niet beschikt over een factuur, omdat deze is uitgereikt aan de schadeveroorzaker. Nu het uitgangspunt dat degene die schade lijdt de afnemer van de hersteldienst is door jurisprudentie van de Hoge Raad is achterhaald, kondigt de staatssecretaris aan dat hij deze goedkeuring bij een eerstvolgende actualisering van het besluit zal intrekken. De goedkeuring acht de staatssecretaris niet meer nodig omdat degene die voor het herstellen van de schade de overeenkomst is aangegaan met de schadehersteller kwalificeert als afnemer van de prestatie.

Voorts merkt de staatssecretaris op dat de afnemer op de factuur moet worden vermeld. Het is niet toegestaan om aan ondernemers die een factureringsplicht hebben te eisen een andere naam op de factuur te laten vermelden dan de naam van de werkelijke afnemer. Het is wel mogelijk dat een factuur naar het adres van een andere persoon wordt gestuurd. Vereist is en blijft wel dat de afnemer en diens adres op een factuur moet zijn vermeld.

Publicatiedatum: 24 mei 2016


Deel dit nieuwsbericht