Brieven inzake verzoek terugbetaling bijdragen btw-compensatiefonds zijn geen besluiten

Brieven inzake verzoek terugbetaling bijdragen btw-compensatiefonds zijn geen besluiten

Op 16 oktober 2015 is een uitspraak van Rechtbank Den Haag gepubliceerd waarin de rechtbank heeft geoordeeld dat de brieven van de Belastingdienst over de terugvordering van bijdragen uit het btw-compensatiefonds niet kunnen worden aangemerkt als besluiten in de zin van artikel 1:3 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).  

Belang voor de praktijk
Het belang van deze uitspraak voor de praktijk is dat volgens de rechtbank alleen tegen bcf-beschikkingen bezwaar kan worden gemaakt en/of beroep kan worden ingesteld bij de Belastingdienst resp. de belastingrechter. Indien geen bezwaar wordt gemaakt tegen bcf-beschikkingen, maar brieven van de Belastingdienst, is zowel de Belastingdienst als de belastingrechter niet bevoegd, maar ook de algemene bestuursrechter niet. De enige mogelijkheid die overblijft is om naar de burgerlijke rechter te stappen wegens onverschuldigde betaling.

Feiten
De Belastingdienst heeft bij 5 afzonderlijke brieven een gemeente verzocht bijdragen uit het btw-compensatiefonds (hierna: het bcf) terug te betalen. De gemeente heeft tegen de brieven bezwaar gemaakt. 
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de brieven geen bcf-beschikkingen zijn. De bezwaarschriften van de gemeente kunnen daarom niet worden aangemerkt als bezwaarschriften waarmee bezwaar kan worden gemaakt bij de Belastingdienst en/of beroep kan worden ingesteld bij de belastingrechter. De Hoge Raad verwijst de zaak naar de algemene bestuursrechter die moet onderzoeken of de brieven besluiten zijn als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Rechtbank
De rechtbank overweegt dat het met de brieven beoogde rechtsgevolg (het doen ontstaan van een formele schuld van de gemeente) slechts kan worden bereikt met een bcf-beschikking . Nu de Hoge Raad heeft beslist dat de brieven niet kunnen worden aangemerkt als dergelijke beschikkingen, kan daaraan ook niet het door de Belastingdienst beoogde rechtsgevolg worden verbonden.
Een afzonderlijke bevoegdheid tot het vaststellen van de schuld of de aanspraak van een gemeente in verband met aanspraken op bedragen uit het bcf, los van de bcf-wetgeving en gebaseerd op het algemene bestuursrecht, heeft de Belastingdienst niet.
De rechtbank oordeelt dat de brieven geen besluiten zijn in de zin van artikel 1:3, tweede lid, van de Awb. Geschillen over onverschuldigd gedane betalingen kunnen partijen voorleggen aan de burgerlijke rechter. De rechtbank, in haar hoedanigheid van algemene bestuursrechter, verklaart zich daarom onbevoegd.    

Publicatiedatum: 27 oktober 2015


Deel dit nieuwsbericht