Brutering immateriële schadevergoeding had werkgever zich kunnen besparen
Als
een uitkering niet zozeer haar grond vindt in de dienstbetrekking dat zij als
daaruit genoten moet worden aangemerkt, dan is er geen sprake van loon als bedoeld
in artikel 10 van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB). De
causaliteit met een dienstbetrekking is er niet bij een vergoeding voor
immateriële schade en verlies van arbeidskracht.
Nadat
een politieagent door incidenten bij het werk een posttraumatische
stressstoornis (PTSS) heeft opgelopen, kent zijn werkgever hem een
schadevergoeding van € 315.363 netto toe wegens verlies van arbeidsvermogen. Bij
het uitkeren van de schadevergoeding heeft de werkgever de vergoeding
gebruteerd tot € 710.277 en hiervan € 394.914 afgedragen als loonheffing.
Voor
de schadevergoeding van € 315.363 staat vast dat het niet als loon is aan te
merken. In geschil is de vraag of de brutering (meer specifiek, het bedrag van € 394.914) is aan te merken als
belastbaar loon of ook als een vergoeding voor immateriële schade en verlies
van arbeidskracht is aan te merken?
De
Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 maart 2022 geoordeeld dat de aangedragen
middelen tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 17 maart 2021
in cassatie niet kunnen worden getoetst, omdat ze een waardering van feiten behelzen
waarvoor de cassatieprocedure geen mogelijkheid biedt. Het oordeel van het hof
is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. De klachten van
belanghebbende kunnen reeds daarom niet tot cassatie leiden. Daarbij merkt de
Hoge Raad op dat voor de vraag of sprake is van loon in de zin van de Wet LB de
situatie op het tijdstip van de betaling beslissend is. Uit de door het hof
vastgestelde feiten kan niet anders worden afgeleid dan dat de werkgever
vanwege de tussen hem en belanghebbende bestaande dienstbetrekking het bedrag
van € 394.914 heeft betaald als vergoeding van belastingschade, omdat hij ten
onrechte aannam dat over de door hem betaalde vergoeding van immateriële schade
loonbelasting verschuldigd was. Daaruit volgt dat de betaling van dit bedrag,
ofschoon onverschuldigd, haar grond vindt in de dienstbetrekking. Het middel
faalt ook in zoverre.
We
moeten concluderen dat deze werkgever zich bijna € 400.000 had kunnen besparen
door zich vooraf (beter) te laten adviseren. De brutering had altijd nog gekund.
Heeft
u vragen of over een schadevergoeding loonheffing is verschuldigd? Neem dan
gerust contact op met Antoine Roes. Antoine is bereikbaar via
telefoonnummer 06-30171793 of per e-mail antoine@zekerfiscaal.nl.
Publicatiedatum: 20 maart 2022
Deel dit nieuwsbericht