Btw-arrest Hoge Raad inzake kosten voor gemene rekening

Btw-arrest Hoge Raad inzake kosten voor gemene rekening

De Hoge Raad heeft op 25 april 2014 een arrest gewezen met betrekking tot het leerstuk van kosten voor gemene rekening.

Feiten

Een stichting verrichtte btw-vrijgestelde onderwijsprestaties voor andere onderwijsinstellingen. Tot 1 januari 2009 maakte de stichting gebruik van de koepelvrijstelling. Door een wetswijziging per 1 januari 2009 kon de stichting zich niet meer op deze vrijstelling beroepen. In verband met de wetswijziging stuurde de stichting een brief naar de deelnemende scholen en stuurde ze een kostenverdelingsovereenkomst mee. In de brief werd aangegeven dat de wijze van doorberekenen van de salaris-, personeels- en overige kosten (de bijdrageregeling) veranderde. De stichting was van mening dat ze, met het oog op de bijdrageregeling, geen btw was verschuldigd, omdat de bedragen uitsluitend een verrekening vormden van rechtstreeks voor gemene rekening gemaakte kosten, zodat verschuldigdheid van btw niet aan de orde was.

Hof Amsterdam

Hof Amsterdam oordeelde dat de door de stichting vanaf 1 januari 2009 ontvangen bedragen, niet kunnen worden aangemerkt als een deel van voor gemene rekening gemaakte kosten. Het Hof overweegt daarbij onder andere dat de stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat het risico van de kosten de stichting en de instellingen volgens een vaste verdeelsleutel aangaat.

Hoge Raad

De Hoge Raad brengt in herinnering dat indien een ondernemer betalingen verricht aan een andere ondernemer, als regel ervan moet worden uitgegaan dat deze betalingen de vergoeding voor een prestatie vormen (zie HR 1 maart 2002, nr. 36020, ECLI:NL:HR:2002:AD9708). Tevens moet ervan worden uitgegaan, dat die prestatie is verricht door de ondernemer aan wie de betalingen zijn verricht. Dit uitgangspunt lijdt uitzondering als sprake is van kosten voor gemene rekening). De bewijslast dat sprake is van kosten voor gemene rekening rust op de partij die zich op dit leerstuk beroept.

De Hoge Raad brengt in herinnering wanneer sprake is van kosten voor gemene rekening: ‘kosten worden gemaakt ten behoeve van twee of meer ondernemers (hierna: de deelnemende ondernemers) die in eerste instantie door een van hen worden betaald en voor het werkelijke bedrag volgens een tevoren vaststaande verdeelsleutel over de deelnemende ondernemers worden omgeslagen, terwijl het risico van die kosten allen volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat (zie HR 23 april 1997, nr. 32166, ECLI:NL:HR:1997:AA2154, BNB 1997/301)’.

De Hoge Raad laat het oordeel van het Hof, dat geen sprake is van kosten voor gemene rekening, in stand. Het oordeel van het Hof dat de stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat het risico van de kosten haar en de instellingen volgens de vaste verdeelsleutel aanging, berust namelijk op een waardering van feitelijke aard, die in cassatie niet op juistheid kan worden getoetst.

Slot

De belastingdienst past het leerstuk van kosten voor gemene rekening strikt toe. Dat komt doordat het begrip vaste verdeelsleutel in het aftrekbesluit zeer strikt wordt uitgelegd.

Indien u over het leerstuk van kosten voor gemene rekening vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 28 april 2014


Deel dit nieuwsbericht