Btw-nultarief ten onrechte toegepast

Btw-nultarief ten onrechte toegepast

Op 28 april 2019 is een uitspraak van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het gerechtshof) gepubliceerd met betrekking tot de vraag of belanghebbende terecht het nultarief heeft toegepast.

Feiten

Belanghebbende heeft via zijn eenmanszaak auto’s aangekocht en opgehaald in Duitsland. Daarna werden deze auto’s vervoerd naar Nederland. Vanuit Nederland werden de auto’s geleverd aan Spaanse, Italiaanse, Tsjechische en Bulgaarse afnemers die de auto’s verder zelf vervoerden. De eenmanszaak heeft in verband met de verkoop van deze auto’s steeds het nultarief toegepast.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek en een (vervolg) zijn aan de eenmanszaak naheffingsaanslagen opgelegd.

De Inspecteur stelt primair dat het nultarief niet mag worden toegepast, omdat niet aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan.

Gerechtshof

Het gerechtshof kaart eerst het formeelrechtelijke punt af dat de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd.

Met betrekking tot de materieelrechtelijke kwestie oordeelt het gerechtshof dat de eenmanszaak ten onrechte het nultarief heeft toegepast, omdat niet is bewezen dat de goederen in het kader van de levering aan de afnemers naar een andere lidstaat zijn vervoerd.

Ten slotte wordt het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen.

Belang voor de praktijk

Uit deze uitspraak blijkt maar weer dat het bij toepassing van het nultarief relevant is om zoveel mogelijk documentatie in de administratie voorhanden te hebben, om toepassing van het nultarief te onderbouwen en het risico van naheffingsaanslagen, belastingrente en boetes zoveel mogelijk te beperken.  


Publicatiedatum: 05 mei 2019


Deel dit nieuwsbericht