Btw op bouwkosten hospice is niet aftrekbaar

Btw op bouwkosten hospice is niet aftrekbaar

Op 27 mei 2019 is een uitspraak van Rechtbank Gelderland gepubliceerd over het antwoord op de vraag of een stichting recht heeft op btw-teruggaaf wegens de bouw van een hospice.

Feiten
Stichting B biedt begeleiding aan terminale patiënten. Voor de fondswerving is in 2013 Stichting C opgericht. Voor de realisatie en exploitatie van een hospice is in 2013 eiseres, eveneens een stichting (hierna: Stichting X), opgericht. Stichting B biedt in het hospice de begeleiding aan terminale patiënten. In 2014 en 2015 is het pand gebouwd en in gebruik genomen. In december 2014 zijn overeenkomsten van geldlening gesloten tussen Stichting C en Stichting X en Stichting C en Stichting B. Stichting C heeft € 75.000 geleend aan Stichting B en € 425.000 aan Stichting X. In deze overeenkomsten is vermeld dat het pand wordt gebruikt voor verhuur als hospice. Op naam van D (onderdeel van Stichting B)/Stichting X is op 4 oktober 2016 aan de familie van een gast een factuur gezonden voor logies en voor de kosten van maaltijden van familie van de gast. Stichting X heeft bankafschriften van 6 februari 2017 overgelegd waaruit volgt dat zij betalingen van familie/erfgenamen van gasten en van D heeft ontvangen. Op de overboekingen van het hospice is vermeld dat het om donaties gaat. Stichting X heeft een aantal facturen en overeenkomsten overgelegd. Deze hebben onder meer betrekking op het leveren van energie en het onderhoud van bijvoorbeeld technische installaties. Daarnaast zijn een aantal facturen uit 2017 overgelegd van onder meer supermarkten. Stichting X heeft de grootboekrekening van het vierde kwartaal 2015 overgelegd. De daarin opgenomen kosten kunnen worden onderscheiden in: gebouwkosten, reclamekosten, kleine aanschaffingen, administratiekosten, gas, water en elektra, onderhoudskosten, tuinonderhoudskosten en gereedschappen. Bij de opbrengsten zijn de maaltijdvergoedingen familie, logies volpensioen familie en vergoeding logies vermeld. Veel bedragen zijn ook weer tegengeboekt. Per saldo is over het vierde kwartaal 2015 € 125 ontvangen. Stichting X heeft een in 2015 door het hospice met een patiënt (gast) gesloten overeenkomst overgelegd waarbij het hospice is vertegenwoordigd door de coördinator van de Stichting. In de overeenkomst is opgenomen dat de gast voor eten en drinken minimaal € 30 per dag moet betalen. Daarnaast heeft Stichting X een op 18 april 2017 opgestelde verklaring overgelegd, ondertekend door de vertegenwoordigers van Stichting X en Stichting B. In deze verklaring is vermeld dat een aantal met patiënten gesloten overeenkomsten ondeugdelijk is en dat de inhoud ervan volstrekt onjuist is, dat door Stichting X alleen de verblijfkosten worden gefactureerd en dat de overeenkomst is opgesteld door een medewerker van Stichting B buiten het bestuur van Stichting X en van de Stichting B om.

Primair is in geschil is of sprake is van het verstrekken van logies binnen het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden waarop het verlaagd btw-tarief van toepassing is. Subsidiair betoogt Stichting X dat sprake is van een dienst sui generis, waarop het normale btw-tarief van toepassing is.

Rechtbank
Stichting X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in het vierde kwartaal van 2015 prestaties tegen vergoeding heeft verricht. Er is niet aannemelijk dat Stichting X prestaties heeft verricht aan de gasten van het hospice of aan hun familie. Daarvoor zijn ook geen aanknopingspunten. Alles wijst erop dat de Stichting B deze prestaties heeft verricht.

In het midden kan blijven of daadwerkelijk door Stichting X is gefactureerd en of per saldo geld is ontvangen door deze stichting. Het uitreiken van een factuur en/of het ontvangen van een betaling is weliswaar een aanwijzing voor een onderliggende dienst tegen vergoeding, maar gelet op de overige feiten en omstandigheden is hiervan geen sprake. Stichting X heeft in ieder geval geen facturen overgelegd die betrekking hebben op het vierde kwartaal 2015.


Publicatiedatum: 17 juni 2019


Deel dit nieuwsbericht