Btw op factuur uitgereikt voordat prestatie is verricht kan aftrekbaar zijn

Btw op factuur uitgereikt voordat prestatie is verricht kan aftrekbaar zijn

Op 24 april heeft de Hoge Raad arrest gewezen omtrent het moment van uitreiken van facturen.

Feiten

In oktober 2008 heeft belanghebbende, een maatschap, met H overeenstemming bereikt over de bouw van een nieuw bedrijfspand. Daarop heeft H met dagtekening 20 oktober 2008 aan belanghebbende een bescheid uitgereikt waarop een aanneemsom van € 685.000 en een bedrag van € 130.150 aan btw is vermeld.

De bouwwerkzaamheden zijn in december 2008 aangevangen. H heeft het op het bescheid vermelde btw-bedrag niet voldaan op een aangifte over een tijdvak in 2008. Belanghebbende heeft bij haar aangifte over het vierde kwartaal van 2008 het op het bescheid vermelde btw-bedrag in aftrek gebracht en verzocht om teruggaaf van btw. De inspecteur heeft de teruggaaf verleend.

De oplevering van het bedrijfspand heeft plaatsgevonden in mei 2009. Gedurende de periode januari 2009 tot en met juni 2009 zijn aan belanghebbende nota’s uitgereikt waarop telkens overeenkomstig de aannemingsovereenkomst een deel van de aanneemsom plus btw is vermeld.

De op de termijnnota’s vermelde btw-bedragen zijn over de tijdvakken waarin deze zijn uitgereikt op aangifte voldaan, en door belanghebbende niet in aftrek gebracht.

De inspecteur heeft zich naar aanleiding van een onderzoek op het standpunt gesteld dat belanghebbende het op het bescheid vermelde btw-bedrag ten onrechte bij haar aangifte over het vierde kwartaal van 2008 in aftrek heeft gebracht en dat daarom ten onrechte teruggaaf van btw is verleend. Om die reden heeft hij de onderhavige naheffingsaanslag en een vergrijpboete opgelegd.

Hoge Raad

In het onderhavige geval staat naar het oordeel van de Hoge Raad geen wettelijk voorschrift eraan in de weg dat H een btw-factuur zou uitreiken, zodra met belanghebbende overeenstemming was bereikt over de bouw van het pand.

Uitgaande van het uitgangspunt van het hof dat het bescheid moet worden aangemerkt als een factuur waarop ten onrechte btw is vermeld, had het hof op het beroep van belanghebbende op het Besluit inzake administratieve en factureringsvereisten van 19 april 2007 (thans besluit van 6 december 2014) moeten beoordelen of de inspecteur op de juiste wijze een afweging heeft gemaakt zoals het besluit hem voorschrijft. Indien het hof ervan is uitgegaan dat het bescheid geen factuur is zodat het besluit toepassing mist, had het hof dit moeten motiveren.

De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof ‘s-Hertogenbosch met een duidelijke verwijzingsopdracht.

Slot

Uit dit arrest kan worden afgeleid dat een factuur kan worden uitgereikt zodra partijen overeenstemming hebben bereikt over de te verrichten prestatie. Het betreft een specifieke casus waarin een geschil is ontstaan doordat de inspecteur ambtshalve aan belanghebbende een btw-teruggaaf over het jaar 2009 heeft verleend van € 130.150. Dit komt overigens niet naar voren in het arrest van de Hoge Raad maar wel in onderdeel 2.11 van de uitspraak van het hof. Het belang voor de praktijk van dit arrest lijkt daarmee beperkt.

Publicatiedatum: 06 mei 2015


Deel dit nieuwsbericht