Btw-positie (personal) holding
De btw-positie van (personal) holding vennootschappen binnen
het systeem van de btw, is al decennialang onderwerp van discussie. In deze btw-discussies
staat het btw-ondernemerschap van de (personal) holding nagenoeg altijd
centraal. Daarbij speelt de mate waarin een (personal)holding activiteiten
ontplooit voor haar dochtervennootschappen een belangrijke rol. In de zaak W
GmbH (Hof van Justitie, nummer C-98/21) wordt nog eens aangetoond dat, zelfs
wanneer de holding btw-ondernemer is , er niettemin discussies kunnen ontstaan
of alle activiteiten in het btw-ondernemerschap vallen, waardoor ook het recht
op aftrek van de btw (deels) kan komen te vervallen. In deze casus had de
holding bepaalde diensten afgenomen en de btw in aftrek gebracht. Deze diensten
werden vervolgens (deels) kosteloos ingebracht in de dochtervennootschappen.
Het Hof van Justitie heeft beslist dat de holding hierdoor geen recht op aftrek
van btw heeft met betrekking tot deze diensten.
Btw-discussies bij (personal) holding vennootschappen zijn
nagenoeg altijd zeer feitelijk en vaak zeer complex. Om die reden verstrekken wij
nooit een algemeen btw-advies voor (personal) holdings en gaan wij altijd
persoonlijk in gesprek met de ondernemer om te komen tot de beste oplossing
voor de respectievelijke casus.
Aarzelt u niet om contact met ons op te nemen als u de
btw-positie van uw (personal) holding wilt doorspreken.
Publicatiedatum: 20 september 2022
Deel dit nieuwsbericht