Btw ter zake van advertenties buitenlandse vakantiehuizen terecht nageheven

Btw ter zake van advertenties buitenlandse vakantiehuizen terecht nageheven

Op 29 augustus 2014 is een uitspraak van Rechtbank ‘s-Gravenhage gepubliceerd inzake de vraag of terecht btw is nageheven voor advertenties van buitenlandse vakantiehuizen.

Feiten

Een bv biedt op internetsites advertentieruimte aan, aan verhuurders/verkopers die een (vakantie)huis in het buitenland te huur/te koop aanbieden.

Geschil

In geschil is of de bv aan afnemers die hebben verklaard in het buitenland te zijn gevestigd terecht geen btw in rekening heeft gebracht.

Rechtbank

Nageheven btw

De rechtbank stelt voorop dat de bedrijfsactiviteiten van de bv geen andere conclusie toelaten dan dat sprake is van reclamediensten en niet van bemiddeling bij de verhuur of verkoop van onroerende zaken. De reclamediensten worden voor de btw in het buitenland verricht als de afnemer in het buitenland is gevestigd. De bv is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de afnemers ondernemers zijn. Zo al sprake zou zijn van ondernemerschap van de afnemers heeft de bv evenmin aangetoond dat de afnemers in het buitenland zijn gevestigd.

Vertrouwensbeginsel

In het boekenonderzoek zijn afspraken vastgelegd over welk bewijs de inspecteur voldoende vindt om het in rekening brengen van Nederlandse btw achterwege te laten. Die afspraken zijn per brief door de inspecteur opgezegd.

De rechtbank overweegt dat de inspecteur in beginsel bevoegd is de gemaakte afspraak te wijzigen of op te zeggen. Aan het eenzijdig opzeggen van een afspraak is ingevolge vaste jurisprudentie wel de voorwaarde verbonden dat de partij die met zodanige opzegging wordt geconfronteerd een redelijke overgangstermijn moet worden geboden. Aan die voorwaarde acht de rechtbank in dit geval voldaan omdat tussen de opzegging van de afspraak en het aanvangstijdstip waarop de naheffing betrekking heeft ruim een half jaar is gelegen zodat de bv de mogelijkheid heeft gehad om haar werkwijze aan de nieuwe situatie aan te passen.

Verzuimboete

Op grond van artikel 67c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in samenhang met het bepaalde in paragraaf 24 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is aan eiseres een verzuimboete van 10% van de verschuldigde belasting opgelegd omdat op aangiften te weinig belasting is betaald.

Naar het oordeel van de rechtbank is de verzuimboete terecht aan de bv opgelegd omdat geen sprake is van avas of een pleitbaar standpunt. De rechtbank acht de boete ook passend en geboden.

Publicatiedatum: 02 september 2014


Deel dit nieuwsbericht