Btw van fitnessabonnementen verschuldigd op moment van ontvangen vooruitbetalingen

Btw van fitnessabonnementen verschuldigd op moment van ontvangen vooruitbetalingen

Op 28 juni 2019 is een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd over met name het antwoord op de vraag wanneer de in het geding zijnde btw is verschuldigd.

Feiten
Belanghebbende, een besloten vennootschap (hierna: de vennootschap), exploiteert een fitnesscentrum. Naar aanleiding van een boekenonderzoek is over 2008 een naheffingsaanslag van € 135.410 opgelegd en is € 18.991 aan heffingsrente in rekening gebracht. De naheffingsaanslag is bij uitspraak op bezwaar verminderd tot € 13.749 en de heffingsrente tot € 1.928.

Gerechtshof

Tijdigheid naheffingsaanslag

Het gerechtshof acht aannemelijk dat de dagtekening van het aanslagbiljet (24 december 2013) is gelegen ná de datum van de terpostbezorging en dat de naheffingsaanslag op de juiste wijze bekend is gemaakt. De naheffingsaanslag is daarmee tijdig opgelegd.

Tijdstip verschuldigdheid omzetbelasting voor vooruitbetaalde abonnementen

Anders dan de vennootschap bepleit, is het gerechtshof van oordeel dat sprake is van vooruitbetalingen voor bepaalbare prestaties die in 2009 plaats (kunnen) hebben. De btw is dan uiterlijk verschuldigd op het moment waarop de vergoedingen voor de prestaties door de vennootschap zijn ontvangen. In casu is dat december 2008.

Anders dan de vennootschap bepleit zijn alle relevante elementen van de prestatie bij het vooruitbetalen van de abonnementen bekend. De prestaties van de vennootschap aan de abonnementhouders bestaan uit het ter beschikking stellen aan haar abonnementhouders van het fitnesscomplex en de daarbij behorende faciliteiten, en niet in de verrichting van individuele prestaties op verzoek van de abonnementhouders. Er is daarmee een rechtstreeks verband tussen de vooruitbetaalde abonnementen en de door de vennootschap te verrichten prestaties. Dat een abonnementhouder pas in 2009 en zelfs per week kiest welke lessen hij of zij wil volgen doet daaraan niet af. De keuze die een abonnementhouder heeft is al voldoende bepaald. Dat een abonnement kan worden opgezegd, is niet van invloed op de bepaalbaarheid van de prestatie en doet ook niet af aan de verschuldigdheid van de btw in 2008.

Aftrek van btw

De vennootschap heeft geen aftrek van btw met betrekking tot bepaalde facturen en betalingen. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel en een goedkeuring leiden niet tot een ander oordeel.


Publicatiedatum: 01 juli 2019


Deel dit nieuwsbericht