Btw-vrijstelling van toepassing op het uitlenen van personeel door een zorginstelling

Btw-vrijstelling van toepassing op het uitlenen van personeel door een zorginstelling

Op 20 december 2019 is een uitspraak van Rechtbank Gelderland gepubliceerd, waarin een zorginstelling voor het uitlenen van personeel gebruik kon maken van haar btw-zorgvrijstelling.

Feiten
Een zorginstelling voor intramurale en extramurale verpleeghuis- en ouderenzorg heeft in oktober 2000 stichting Y opgericht, die zich bezighoudt met de verhuur van woonruimte aan zowel cliënten van de zorginstelling, als aan ouderen die zelfstandig wonen en geen gebruik maken van de dienstverlening van de zorginstelling. De stichting heeft zelf geen personeel in dienst en alle kosten worden in rekening courant door de zorginstelling zonder btw doorbelast aan stichting Y.

In december 2006 wordt door de zorginstelling stichting Z opgericht, waarin het bestuur van de zorginstelling wordt ondergebracht. Pas vanaf eind september 2012 vormt stichting Z tevens het bestuur van stichting Y.

Op grond van een samenwerkingsovereenkomst heeft de zorginstelling van 2011 tot en met 2014 een eerste verpleeghuisarts, tevens BOPZ-arts, een verpleeghuisarts, een GZ-psychloog, een geestelijk verzorger, een muziektherapeut, een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een logopedist, een diëtist en een bewegingsbegeleider ingezet bij een andere zorginstelling. De vergoedingen hiervoor zijn per jaar vastgesteld op de salariskosten, vermeerderd met een opslag van 10%. Daarbij werd geen rekening gehouden met de voor rekening van de zorginstelling komende sociale lasten en de kosten van de loon-, salaris- en HR-administratie.

In geschil is of de zorginstelling ook in de periode tot eind september 2012 een fiscale eenheid voor de btw met stichting Y vormde, waardoor btw-heffing op de onderlinge dienstverlening achterwege kon blijven. Daarnaast is in geschil of de ter beschikking stelling van het personeel aan de andere zorgstelling onder de btw-zorgvrijstelling valt en daarmee btw-vrijgesteld is.

Rechtbank
Ten aanzien van de fiscale eenheid voor de btw is volgens de rechtbank wel aan de economische verwevenheid voldaan, maar niet aan organisatorische en financiële verwevenheid. Hierdoor is er in de desbetreffende periode geen sprake van een fiscale eenheid voor de btw tussen de zorginstelling en stichting Y en zijn de correcties terecht opgelegd.

Met betrekking tot het uitlenen van personeel aan de andere zorginstelling rust op de zorginstelling de bewijslast of de btw-zorgvrijstelling van toepassing is. Daarbij dient zij met name aannemelijk te maken dat de detachering er niet in hoofdzaak toe strekte om extra inkomsten voor haar te verschaffen in concurrentie met commerciële uitzendbureaus. Volgens de rechtbank heeft de zorginstelling dit voldoende aannemelijk gemaakt door vooral de niet commerciële prijsstelling en het onontbeerlijk zijn van de detachering voor goede zorg bij de andere zorginstelling. De zorginstelling kan op de detachering de btw-zorgvrijstelling toepassen, waardoor btw-heffing achterwege blijft.

Belang voor de praktijk
Btw-heffing en detachering van personeel in de non-profit sector blijft de gemoederen bezighouden. Deze uitspraak bevestigt wederom dat met de juiste contractuele afspraken en tegen een niet commerciële vergoeding onwenselijke btw-heffing ook bij detachering in deze sector kan worden voorkomen.


Publicatiedatum: 07 januari 2020


Deel dit nieuwsbericht