Btw-vrijstelling voor kansspelen niet van toepassing op diensten van aanbieder van weddenschappen op paardenkoersen

Op 6 juni 2018 is een uitspraak van Gerechtshof Amsterdam (hierna: gerechtshof) gepubliceerd, waaruit volgt dat in de verhouding tussen Fiscale eenheid X B.V. en de buitenlandse dienstverlener geen sprake is van een btw-vrijgestelde kansspelprestatie. Fiscale eenheid X B.V. neemt namelijk geen kansspelen af, maar verkrijgt slechts licentierechten.

Feiten
Fiscale eenheid X B.V. (hierna: X bv) is aanbieder van weddenschappen op paardenkoersen. Bij X bv kan onder meer worden deelgenomen aan weddenschappen op paardenkoersen buiten Nederland. De deelnemers aan die weddenschappen (gokkers) kunnen meedingen in een nationale prijzenpot waarin alleen de inzetten in Nederland zijn opgenomen (local pool), of in een prijzenpot waarin de inzetten van gokkers uit verschillende landen zijn samengevoegd (common pool). X bv heeft overeenkomsten gesloten met verschillende buitenlandse aanbieders van weddenschappen op paardenkoersen uit Zweden, Finland, de Verenigde Staten, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Ierland op grond waarvan de buitenlandse aanbieders aan haar vergoedingen in rekening brengen. Over deze vergoedingen heeft X bv met toepassing van de verleggingsregeling btw voldaan.

In geschil is of X bv terecht met toepassing van de verleggingsregeling btw heeft voldaan over de vergoedingen die aan haar in rekening zijn gebracht voor de diensten omschreven in de overeenkomsten met de buitenlandse aanbieders. X bv stelt dat de diensten die de buitenlandse aanbieders aan haar verlenen, zijn vrijgesteld van btw op grond van de btw-vrijstelling voor kansspelen.

Gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof zijn de onderhavige diensten van X bv niet btw-vrijgesteld. X bv neemt namelijk geen kansspelen af van de buitenlandse dienstverleners waarin haar diensten opgaan. Zij krijgt slechts licentierechten op grond waarvan zij gerechtigd is om op eigen naam en voor eigen rekening haar klanten mee te laten spelen in pools van de buitenlandse dienstverlener. De overeenkomst houdt daarmee geen recht op deelname aan een kansspel in. Hierbij neemt het gerechtshof in aanmerking dat X bv op geen enkel moment de positie van een speler inneemt.

De stelling van X bv dat de samenwerking tussen haar en de buitenlandse dienstverlener kwalificeert als partage, wordt eveneens door het gerechtshof verworpen. Partijen verrichten namelijk niet gezamenlijk één onsplitsbare prestatie met de afspraak om de vruchten van hun samenwerking te delen.

Publicatiedatum: 16 juni 2018