Btw-wijzigingen voor sportkantines

Btw-wijzigingen voor sportkantines

De btw-vrijstelling voor kantines van sportverenigingen is per 1 januari 2013 gewijzigd. Per 1 januari 2014 zijn er weer wijzigingen op komst. Hierna worden deze wijzigingen uiteengezet.

Wijzigingen per 1 januari 2013

De omzet uit kantines van sportverenigingen was wettelijk btw-vrijgesteld, als die omzet per jaar en inkomsten uit andere fondswervende diensten niet hoger waren dan € 31.765. Als de jaarlijkse omzet uit kantines hoger waren dan € 31.765, maar niet hoger dan € 68.067 konden sportverenigingen kiezen voor de kantineregeling. Hierdoor was de kantine-omzet alsnog btw-vrijgesteld.

De kantine-omzet was dus alleen btw-belast als werd afgezien van toepassing van de kantineregeling en de jaarlijkse kantine-omzet hoger was dan € 31.765, of de kantine-omzet sowieso hoger was dan € 68.067.

Volgens de staatssecretaris van Financiën is het verstrekken van spijzen en dranken vanuit sportkantines op basis van Europese jurisprudentie voor de btw in de regel niet langer aan te merken als diensten, maar als leveringen van goederen (besluit van 20 december 2012, nr. BLKB 2012/1982M). Hierdoor is de wettelijke btw-vrijstelling sinds 1 januari 2013 alleen van toepassing, als de jaarlijkse kantine-omzet en de inkomsten uit andere fondswervende leveringen van goederen (zoals de verkoop van rookworsten langs de deur) samen opgeteld niet hoger zijn dan € 68.067. Daarmee is de werking van de kantineregeling aanzienlijk ingeperkt.

Om te voorkomen dat sportverenigingen zich niet kunnen voorbereiden op deze gewijzigde btw-gevolgen, is er een overgangsregeling in het leven geroepen (besluit van 14 februari 2013, nr. BLKB 2013-279M). Deze overgangsregeling houdt in dat sportverenigingen ervoor kunnen kiezen om de kantine-omzet btw-belast te laten als het totaal van de kantine-omzet samen met de inkomsten uit fondswervende diensten in een jaar méér bedragen dan € 31.765 en minder dan € 68.067. De overgangsregeling geldt alleen voor investeringen die voor 2013 zijn gedaan en waarvoor de herzieningstermijn (5 boekjaren voor roerende investeringsgoederen en 10 boekjaren voor onroerende zaken) nog niet is verstreken. De overgangsregeling geldt ook als vóór 1 januari 2013 een overeenkomst is gesloten tot levering van een investeringsgoed (bijvoorbeeld een nieuwe kantine), maar het investeringsgoed niet vóór 1 januari 2013 in gebruik is genomen en er ook nog geen uitgaven zijn gedaan. Verder geldt de overgangsregeling als er vóór 2013 een overeenkomst is gesloten voor de verbouwing van een kantine, die wordt afgerond ná 31 december 2012. Door die verbouwing mag geen nieuwe onroerende zaak zijn ontstaan (er is in wezen geen sprake van nieuwbouw).

Na afloop van de herzieningstermijn valt de kantine-omzet (verplicht) onder de btw-vrijstelling, als die omzet samen met de overige fondswervende leveringen van goederen minder bedragen dan € 68.067.

Voor sportverenigingen is goedgekeurd dat zij over hun kantine-omzet btw voldoen naar een forfaitair percentage (uiteraard alleen indien de exploitatie van de kantine btw-belast is). Met ingang van 1 januari 2013 is dit forfaitaire percentage verhoogd van 11% naar 11,5%.

Wijzigingen per 1 januari 2014

Fondswervende diensten van sportverenigingen zijn momenteel btw-vrijgesteld, als de jaarlijkse opbrengst niet meer bedraagt dan € 31.765. Bij fondswervende diensten van sportverenigingen kan worden gedacht aan de sponsorinkomsten. De drempel van € 31.765 wordt vanaf 1 januari 2014 verhoogd naar € 50.000. Fondswervende diensten van sportverenigingen zijn daarmee vanaf 1 januari 2014 btw-vrijgesteld, als de jaarlijkse opbrengst niet meer bedraagt dan € 50.000.

De hiervoor vermelde kantineregeling wordt voor sportkantines met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken. De kantineregeling wordt voor de hierna genoemde instellingen alleen ingetrokken, indien zij dat zelf willen (Kamerstukken II 2012-2013, 33 637, nr. 6 (Fiscale verzamelwet 2013, nota naar aanleiding van het verslag)):

  • muziekverenigingen;
  • speeltuinverenigingen;
  • instellingen voor jeugdwerk;
  • bejaardensociëteiten;
  • hobbyclubs;
  • buurtverenigingen;
  • dorpshuizen;
  • wijkcentra; en
  • scholen; die voor btw ondernemer zijn.

Indien investeringen met betrekking tot kantines op komst zijn (bijvoorbeeld nieuwe kantine of verbouwing van kantine), dan is het verstandig om af te zien van toepassing van de kantineregeling.

Ten slotte wordt per 1 januari 2014 het volgende beleid wettelijk vastgelegd: De wettelijke btw-vrijstelling voor fondswervende activiteiten geldt niet voor kantineverstrekkingen, die geen relatie hebben met de primair btw-vrijgestelde prestaties. Hierbij kan worden gedacht aan een bruiloft van een verenigingslid.

Slot

Gelet op de hiervoor uiteengezette (aanstaande) wijzigingen is het verstandig om de btw-positie van uw sportkantine te laten inventariseren. Hierdoor kunt u de btw-positie van uw sportkantine optimaliseren en boetes in verband met eventuele naheffingsaanslagen voorkomen. Ook voor verhuurders van sportkantines zijn vorenstaande wijzigingen van belang en ook zij hebben om dezelfde redenen belang bij inventarisatie van hun btw-positie.

Publicatiedatum: 02 augustus 2013


Deel dit nieuwsbericht