Bulgaarse regeling toegestaan waarbij in geval van ontbreken facturen en goederen in opslagplaats belastingdienst mag aannemen dat de goederen zijn verkocht

Bulgaarse regeling toegestaan waarbij in geval van ontbreken facturen en goederen in opslagplaats belastingdienst mag aannemen dat de goederen zijn verkocht


Op 5 oktober 2016 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) arrest gewezen en geoordeeld dat de Bulgaarse belastingdienst mag aannemen dat de ondernemer, de aan hem geleverde goederen, die zich niet in zijn opslagplaats bevinden en de daarop betrekking hebbende facturen niet in zijn boekhouding zijn opgenomen, heeft verkocht.

Feiten
Maya Marinova ET (hierna: MM) is een eenmanszaak en verkoopt in haar winkel in Bulgarije levensmiddelen en non-foodartikelen. Bij MM is een belastingcontrole uitgevoerd, waarna de Bulgaarse belastingdienst (hierna: belastingdienst) een naheffingsaanslag oplegt. Bij de controle heeft de belastingdienst vastgesteld dat meerdere leveranciers van MM facturen aan MM hadden uitgereikt voor tabaksproducten en levensmiddelen die zij haar hadden geleverd. In de boekhouding van MM waren deze facturen niet opgenomen en MM heeft de op die facturen vermelde btw niet in aftrek gebracht. Nu de goederen niet in de opslagplaats zijn aangetroffen, gaat de belastingdienst ervan uit dat MM deze goederen in haar winkel heeft verkocht. MM stelt dat het feit dat de facturen voor de verkoop van goederen zijn geboekt door de leveranciers, niet betekent dat de daarop vermelde goederen daadwerkelijk aan haar zijn geleverd en dat er geen bewijs is dat zij de goederen heeft ontvangen en verkocht. Naar aanleiding van de controle legt de belastingdienst een naheffingsaanslag op.

Oordeel HvJ
Naar het oordeel van het HvJ is de Bulgaarse wetgeving toegestaan, op basis waarvan de belastingdienst mag aannemen dat een belastingplichtige goederen heeft verkocht en het bedrag waarover btw is verschuldigd mag vaststellen op basis van de gegevens waarover hij beschikt, als de goederen zich niet in de opslagplaats van de belastingplichtige bevinden en de daarop betrekking hebbende documentatie zich niet in zijn administratie bevindt. De Bulgaarse rechter is van oordeel dat vaststaat dat de belastingplichtige de goederen heeft ontvangen en over de daarop betrekking hebbende facturen beschikte. Volgens het HvJ heeft de Bulgaarse wetgeving immers als doel de maatstaf van heffing te bepalen die het nauwst aansluit bij de werkelijk ontvangen tegenprestatie, wanneer het niet mogelijk is objectieve gegevens in te zamelen door frauduleus gedrag. De belastingdienst mag de maatstaf van heffing van de verkoop van de goederen bepalen op grond van de feitelijke gegevens waarover hij beschikt. 
Het is aan de nationale rechter om te beoordelen of de bepalingen van de nationale regelgeving niet verder gaan dan nodig is ter verzekering van de juiste heffing van de btw en ter voorkoming van fraude, aldus het HvJ. Voor de Nederlandse praktijk kan uit dit arrest worden afgeleid, dat de omkering van de bewijslast in geval van een ondeugdelijke administratie en na een onherroepelijk geworden informatiebeschikking Europeesrechtelijk door de beugel kan.

Publicatiedatum: 11 november 2016


Deel dit nieuwsbericht