Circulaire over toepassing werkkostenregeling binnen het Rijk bevat onjuistheden

Circulaire over toepassing werkkostenregeling binnen het Rijk bevat onjuistheden

Op 30 september 2013 is in de Staatscourant een circulaire geplaatst waarin wordt aangegeven hoe binnen de sector Rijk de werkkostenregeling wordt toegepast. De circulaire bevat bemerkingen die in strijd zijn met de huidige wet- en regelgeving. Zo wordt in de circulaire meermalen gesuggereerd dat vergoedingen en verstrekkingen die als gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen zijn aan te merken niet hoeven te worden aangewezen. Artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 spreekt echter van ‘aan te wijzen gedeelten van vergoedingen en verstrekkingen’. Bovendien is de circulaire hiermee in strijd met het antwoord van de belastingdienst op veelgestelde vragen over de werkkostenregeling.

Verder wordt opgemerkt dat de ministeries de forfaitaire of vrije ruimte aan elkaar overdragen d.w.z. de werkkostenregeling wordt rijksbreed toegepast. Voor zover wij weten, zijn de verschillende ministeries en de Hoge Colleges van Staat, zoals de Algemene Rekenkamer, Raad van State en de Nationale Ombudsman, verschillende inhoudingsplichtigen en is het op basis van de huidige wet- en regelgeving (nog) niet mogelijk om de werkkostenregeling binnen ‘concernniveau’ toe te passen.

Een ander aandachtspunt is de opmerking dat de vergoeding van de kosten van een Verklaring omtrent gedrag (VOG) onder de werkkostenregeling loon vormt en in de vrije ruimte moet worden ondergebracht. Dit standpunt komt overeen met dat van de belastingdienst maar evengoed is verdedigbaar te stellen dat deze kosten zijn aan te merken als intermediaire kosten.

Wilt u meer weten over de werkkostenregeling of als ondersteuning wenst bij de implementatie ervan, laat het ons weten.

Publicatiedatum: 03 oktober 2013


Deel dit nieuwsbericht