Claim alsnog het recht op loonkostenvoordeel!

Claim alsnog het recht op loonkostenvoordeel!

Heeft een onderneming recht op loonkostenvoordeel (hierna: LKV) als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, maar de aanvraag als gevolg van een softwarefout niet tijdig is gedaan? Deze vraag was aan de orde in de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 mei 2022 (gepubliceerd op 27 mei 2022).  

Op 1 november 2017 is de heer X bij belanghebbende in dienst getreden. De heer X is in 1955 geboren en had tot de datum van indiensttreding recht op een WW-uitkering. Aangezien het UWV op 1 maart 2018 ten name van de heer X een ‘doelgroepverklaring ten behoeve van premiekorting oudere werknemer’ heeft verstrekt, heeft belanghebbende een correctiebericht voor de loonheffingen ingediend. Naar aanleiding van dit correctiebericht wordt aan belanghebbende over de maanden november en december 2017 een premiekorting oudere werknemer toegekend voor de heer X. Voor het jaar 2018 heeft de inspecteur echter geen LKV oudere werknemer voor de heer X toegekend, omdat belanghebbende door een softwarefout niet tijdig (te weten: vóór 1 mei 2018) heeft aangegeven dat zij voor de heer X de premiekorting toepast. De heer X voldoet echter wel aan alle voorwaarden voor toekenning van het LKV.

Het hof wijst erop dat de wetgever de Wet tegemoetkomingen loondomein (hierna: Wtl) heeft ingevoerd met als doel te komen tot een wat betreft vormgeving nieuwe regeling om efficiënter, fraudebestendiger en geautomatiseerd invulling te geven aan doel en strekking van de daarvoor bestaande premiekortingsregelingen. In dat licht moet eveneens de keuze van de wetgever worden gezien om in beginsel als eis te stellen dat uit de bij de overheid beschikbare informatie, waaronder de aangifte loonheffingen over het laatste aangiftetijdvak van 2017, eenvoudig moet kunnen worden afgeleid of recht bestaat op het LKV. Volgens het hof valt ook niet in te zien waarom 1 mei 2018 als fatale datum voor herstel zou moeten gelden. Uit de geschiedenis van de Wtl kan ook niet worden afgeleid dat de wetgever uitdrukkelijk de afweging heeft gemaakt dat in een geval als de onderhavige het belang van een efficiënte uitvoering dient te prevaleren boven het belang van een materieel juiste toekenning van het LKV.

In een andere uitspraak over LKV, van 24 mei 2022 (gepubliceerd op 3 juni 2022),  oordeelt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat het recht op loonkostenvoordeel ook na wijziging van de rechtsvorm van de onderneming blijft bestaan.

Per 1 maart 2018 treedt C, die tot die datum een WW-uitkering ontving, in dienst bij de eenmanszaak van A. Op 26 april 2018 geeft het UWV een doelgroepverklaring oudere werknemer ten name van C af.  Vervolgens gaat de onderneming van de eenmanszaak op 7 mei 2018 over op vof X. Dit gebeurt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018.

Het hof wijst erop dat uit artikel 7:663 BW voortvloeit dat alle uit de arbeidsovereenkomst met C voortvloeiende rechten en verplichtingen overgaan op de (gezamenlijke vennoten) van vof X. De dienstbetrekking blijft bestaan, zij het dat de werkgever wordt vervangen. Het hof wijst er daarbij op dat artikel 2.3 van de Wtl bepaalt dat de doelgroepverklaring op diens verzoek wordt verstrekt aan de werknemer. Het uitgangspunt van de inspecteur dat de doelgroepverklaring door een inhoudingsplichtige zou zijn aangevraagd en verkregen is daardoor onjuist. Daarbij merkt het hof op dat de doelgroepverklaring niet beperkt in die zin is dat deze – ook na overgang van een onderneming – alleen gelding zou hebben voor de oorspronkelijke werkgever/inhoudingsplichtige. Dat is niet anders als in de doelgroepverklaring de naam van die oorspronkelijke werkgever/inhoudingsplichtige zou zijn vermeld. Op grond van artikel 2.2, aanhef en onderdeel d, van de Wtl moet de werknemer de doelgroepverklaring aan de werkgever verstrekken. Niet vereist is dat het UWV deze verklaring aan of op naam van de werkgever verstrekt. Aan voorwaarde d is derhalve eveneens voldaan. Het hof meent dan ook dat vof X recht heeft op LKV oudere werknemer.

Uit deze uitspraken blijkt dat de houding van de Belastingdienst ten aanzien van de toepassing van het recht op LKV vaak ten onrechte te stringent is. Ook bijvoorbeeld bij het toepassen van het LKV na een juridische fusie of splitsing wordt ten onrechte de toepassing van het LKV geweigerd.

Heeft u in het verleden bijvoorbeeld na een fusie het LKV niet langer toegepast of mogen toepassen van de Belastingdienst? Mogelijk kunt u die LKV alsnog met terugwerkende kracht toepassen. Wilt u hierover meer weten, neem dan contact op met Antoine Roes. Antoine is bereikbaar op antoine@zekerfiscaal.nl of 06-30 17 17 93.

Publicatiedatum: 25 juni 2022


Deel dit nieuwsbericht