Conclusie Europese A-G in voor (beheerders) van pensioenfondsen belangrijke btw-zaak

Conclusie Europese A-G in voor (beheerders) van pensioenfondsen belangrijke btw-zaak

ATP Pension Service (hierna: ATP) is een Deens bedrijf dat diensten verricht voor pensioenfondsen, zoals administratie, systeembeheer en de uitvoering van betalingen. Deze pensioenfondsen voeren een ‘defined contribution’ (hierna: DC)-regeling uit. Bij een dergelijke regeling wordt een vaste premie betaald, maar staat de uitkering bij pensionering niet op voorhand vast. Ten aanzien van de betalingsdiensten procedeert ATP over de vraag of hierop de btw-vrijstelling voor collectief vermogensbeheer en/of de btw-vrijstelling voor handelingen inzake betalingen van toepassing is.

De advocaat-generaal (hierna: a-g) van het Hof van Justitie is in de zaak ATP Pension Service van mening, dat bedrijfspensioenfondsen in de volgende omstandigheden zijn aan te merken als gemeenschappelijke beleggingsfondsen: Bedrijfspensioenfondsen bundelen de activa van meerdere begunstigden en maken de spreiding van het risico over een reeks effecten mogelijk. Dat is volgens de a-g alleen het geval waar de begunstigden (werknemers) het beleggingsrisico dragen. Hieruit volgt dat het beheer van dergelijke bedrijfspensioenfondsen is vrijgesteld van btw.

In het eerder gewezen arrest Wheels heeft het Hof van Justitie geoordeeld, dat pensioenfondsen onder de volgende omstandigheden niet zijn aan te merken als gemeenschappelijke beleggingsfondsen:

  • Leden van pensioenregelingen dragen niet het risico dat met beheer van een beleggingsfonds gepaard gaat.
  • Bijdragen aan de pensioenregeling zijn voor de werkgever een middel zijn om zijn wettelijke verplichtingen jegens zijn werknemers na te komen.

De aan deze pensioenfondsen verrichte vermogensbeheerdiensten kunnen daarmee niet delen in de btw-vrijstelling voor collectief vermogensbeheer. In het voormelde arrest Wheels ging het om een zogenoemde defined benefit-regeling. Bij een dergelijke regeling staat de uitkering bij pensionering op voorhand vast. De vraag rijst of de btw-vrijstelling voor collectief vermogensbeheer wel van toepassing is in geval van een voormelde DC-regeling. Uit het eerder vermelde arrest Wheels en het arrest PPG Holdings van het Hof van Justitie zou kunnen worden afgeleid, dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, als zich één van de hiervoor geschetste twee omstandigheden voordoet.

Gelet op het vorenstaande is de btw-positie van beheerdiensten met betrekking tot collectief vermogensbeheer van pensioenfondsen met een DC-regeling nog steeds onduidelijk. Het is dan ook verstandig om bezwaar te maken tegen de op aangifte voldane btw wegens de beheerdiensten. Daarbij is het verstandig om met de inspecteur afspraken te maken over toekomstige aangiftetijdvakken. Op die manier kan op aangifte voldane btw worden teruggevraagd, mocht blijken dat collectief vermogensbeheer van pensioenfondsen met een DC-regeling btw-vrijgesteld is. Daarbij moet er wel rekening mee worden gehouden dat in aftrek gebrachte btw moet worden terugbetaald en dus moet worden verrekend met de terug te vragen btw.

Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 20 december 2013


Deel dit nieuwsbericht