Daggeldvergoeding onbelast indien vooraf gespecificeerd

Daggeldvergoeding onbelast indien vooraf gespecificeerd

Op 17 april 2020 is een uitspraak van Rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) gepubliceerd in een zaak waarin in geschil was of de “per diem allowance” (beter gezegd, de daggeldvergoeding) van € 4,60 per uur die belanghebbende als piloot ontvangt wanneer hij niet op de thuisbasis is, als gerichte vrijstelling kwalificeert en daarmee een onbelaste kostenvergoeding vormt.

Het betreft hier een piloot die in dienstbetrekking is bij een Ierse werkgever, maar zijn thuisbasis een Duitse luchthaven heeft. Van de werkgever heeft hij in het betreffende kalenderjaar een bedrag van bijna € 2.800,00 ontvangen aan daggeldvergoedingen die de werkgever niet heeft vermeld op de jaaropgaaf en belanghebbende niet heeft verantwoord in zijn aangifte inkomstenbelasting.

Nu de werkgever van belanghebbende geen Nederlandse inhoudingsplichtige is, behoren krachtens artikel 3.84, tweede lid, van de Wet IB 2001 niet tot het loon van belanghebbende de vergoedingen en verstrekkingen die (vooraf) als eindheffingsloon in de zin van de werkkostenregeling zijn aangewezen en waarvoor een gerichte vrijstelling geldt. De bewijslast hiervoor ligt op belanghebbende.

In de arbeidsovereenkomst en appendix is een per diem allowance van € 4,60 per uur buiten de basis overeengekomen. Uit deze documenten leidt de Rechtbank af dat hiermee verblijfskosten worden gedekt die tijdens dienst buiten de basis worden gemaakt. De vergoeding ziet dan naar zijn aard op eten, drinken en overnachtingen. ‘Per diem’ zou bovendien een bekend begrip in de vliegwereld zijn Naar het oordeel van de Rechtbank heeft belanghebbende daarmee aannemelijk gemaakt dat de per diem in voldoende mate is gespecificeerd om als aangewezen, en daarmee onbelaste, vergoeding te worden aangemerkt.

Op 17 april 2020 is ook een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant gepubliceerd waarin het ook ging om een piloot die werkzaam was voor een Ierse vliegtuigmaatschappij en waarbij een luchthaven in Duitsland als thuisbasis was aangewezen. Deze piloot, die via een uitzendbureau voor vliegend personeel voor de Ierse vliegtuigmaatschappij werkzaam was, had echter het bestaan van een specificatie van de kostenvergoeding niet aannemelijk gemaakt.

Belang voor de praktijk
Twee nagenoeg identieke feitencomplexen, maar met verschillende oordelen van een rechtbank. Het verschil wordt veroorzaakt doordat de ene piloot de aanwezigheid van een specificatie van de kostenvergoedingen niet aannemelijk heeft gemaakt. Een mooi voorbeeld van het belang dat kostenvergoedingen (nader) gespecificeerd zijn.

Publicatiedatum: 27 april 2020


Deel dit nieuwsbericht