De Belastingdienst is niet gebonden aan uitlatingen van het UWV

Wanneer aan een werknemer een WGA-uitkering wordt toegekend, dan heeft dat in het algemeen tot gevolg dat de werkgever de uitkeringskosten moet gaan dragen als eigen risicodrager, dan wel deze kosten krijgt omgeslagen via een hogere gedifferentieerde premiepercentage Werkhervattingskas (‘Whk’). Reden te meer om als werkgever scherp te zijn op de toegerekende uitkeringskosten.

Het vorenstaande kan voor een werkgever de reden zijn om het niet eens te zijn met de toekenning van een WGA-uitkering aan een (voormalige) werknemer, bijvoorbeeld omdat deze bijvoorbeeld niet meewerkt aan re-integratie conform de Wet Verbetering Poortwachter. Deze uitkering zou immers op de werkgever kunnen worden verhaald.

De vraag is nu of het UWV, die verantwoordelijk is voor het toekennen van WGA-uitkeringen, toezeggingen kan doen aan een werkgever ter zake van het verhalen van de WGA-uitkering? Meer specifiek, kan het UWV in rechte te beschermen vertrouwen wekken met betrekking tot aangelegenheden, zoals de vaststelling van het gedifferentieerde premiepercentage Whk, waarvoor de Belastingdienst verantwoordelijk is?

In een uitspraak van 5 juli 2018 heeft Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat uitlatingen die door een medewerker bezwaar van het UWV zijn gedaan in het kader van de toekenning van een WGA-uitkering, ook vertrouwen kan wekken ten aanzien van de gevolgen van deze uitkering, voor het gedifferentieerde premiepercentage Whk. In de regel kunnen uitlatingen van een onbevoegd orgaan, zoals in casu het UWV, geen gewekt vertrouwen door het bevoegde orgaan (in casu de Belastingdienst) opleveren. Echter, volgens de rechtbank is de Belastingdienst in casu toch aan de uitlatingen door het UWV gebonden, omdat de aan hem toerekenbare schijn is gewekt dat de uitlatingen ook namens hem zijn gedaan.

Op 29 maart 2019 is de uitspraak op het hoger beroep van de Belastingdienst tegen deze rechtbankuitspraak gepubliceerd. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het hof overweegt dat in beginsel alleen de Belastingdienst in rechte te beschermen kan vertrouwen wekken met betrekking tot de vaststelling premiepercentage Whk. Uitlatingen door het UWV vormen in dit geval geen toezegging waaraan vertrouwen is te ontlenen dat een aan een voormalige werknemer toegekende uitkering niet zou doorwerken in de hoogte van het door de Belastingdienst vastgestelde premiepercentage Whk.

Publicatiedatum: 03 april 2019