Derdelanders die tijdelijk werkzaamheden in Nederland verrichten, hebben geen tewerkstellingsvergunning nodig

Op 11 september 2014 heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in een geschil tussen Essent en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). In geschil was of Essent, dat een ander bedrijf de opdracht had gegeven om steigers te bouwen in de energiecentrale in Geertruidenberg, een boete verschuldigd is wegens het handelen in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen (WAV). Meer specifiek, of de ingeschakelde Turkse werknemers, die legaal in Duitsland woonden en in dienst waren van een Duitse werkgever, dienden te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. De Inspectie SZW stelde dat tewerkstellingsvergunningen vereist waren voor deze werknemers en legde opdrachtgever Essent boetes op op basis van het ruime begrip ‘werkgever’ in de WAV.

Het Europees Hof van Justitie heeft nu bepaald dat deze boeteoplegging ten onrechte is omdat in deze situatie geen tewerkstellingsvergunning is vereist. De Duitse werkgever maakt met haar eigen werknemers, waaronder deze Turken, gebruik van het recht op het vrij verrichten van diensten, en de inlenende onderneming noch de opdrachtgever van deze inlenende onderneming hoeft dan over tewerkstellingsvergunningen te beschikken. Vereist is wel dat werknemers worden ingezet die legaal in een EU-lidstaat werken en slechts tijdelijk in Nederland werken. Het Hof van Justitie maakt hierbij geen onderscheid tussen zogenaamde ‘zuivere’ en ‘onzuivere’ dienstverlening die door de Nederlandse overheid is geïntroduceerd in dit soort zaken. Ook wanneer de Nederlandse inlener toezicht en aanwijzingen geeft, is de arbeid voor deze zogeheten derdelanders vrij.

Kortom, ook uitzendkrachten in dienst van een buitenlands uitzendbureau mogen zonder vergunning in Nederland werken, mits zij legaal verblijven in een EU-lidstaat en aldaar in dienst zijn van een werkgever die tijdelijk diensten verleent in Nederland. Nederland mag wel controlemaatregelen, zoals notificatie, eisen.

Publicatiedatum: 05 oktober 2014